Op de munitiekist… Jos van Doornspeek

2 maart 2018
Deel dit bericht:

In de rubriek ‘Op de munitiekist’ zetten we iedere maand iemand in de spotlight die zich vrijwillig inzet voor veteranen. Aflevering 1: Jos van Doornspeek, energiek en zeer betrokken. Altijd op de bres voor veteranen die het moeilijk hebben. “Als het moet, dan krijgt de hoogste generaal het van mij te horen.”

Woonplaats en leeftijd: Arnhem, 59 jaar

Vrijwilligersfunctie: secretaris van de Vereniging Veteranen Grenadiers en Jagers (VVGJ)

Sinds: 1994

Bij het woord ‘veteraan’ denk ik als eerste aan: ‘mijn’ mannen en vrouwen.
Als ik 10.000 euro subsidie zou krijgen, dan besteed ik die aan: de bouw van een eigen website voor de veteranenvereniging.
Dit zou ik willen verbeteren in ‘veteranenland’: meer verjonging en misschien wat vrouwen in de diverse organisaties.

Hoe ben je hier ingerold?

In 1994 ging mijn man voor de eerste keer op missie naar Srebenica, Bosnië. Er werden vrijwilligers gevraagd om mee te denken over ‘het informeren van het thuisfront’. Dat leek me wel wat en ik meldde me aan. Het was een tijd van pionieren, van alles aanpakken en veel bijzondere mensen ontmoeten.

Eerlijk gezegd was dat eerste halfjaar de tijd van mijn leven. We hebben het nodige bij de politiek aangekaart en bereikt. Bijvoorbeeld een aparte terminal op Eindhoven. Nu kunnen familieleden in alle beslotenheid afscheid nemen van hun kind of geliefde. Vroeger stond je met al je emoties op Schiphol tussen de uitgelaten vakantiegangers. Dat was echt geen doen!

Nu ben je actief bij de Vereniging Veteranen Grenadiers en Jagers. Wat doe je precies?

Ik ben onder meer betrokken bij het organiseren van de jaarlijkse reünie en bij de nuldelijnshulpverlening. Iedereen die mij kent, weet dat ik heel slecht tegen onrecht kan. Als het moet, dan krijgt de hoogste generaal het van mij te horen. Maar er zijn ook mensen die dit niet kunnen of durven. Juist die mensen wil ik bijstaan.

 

Een veteraan moet wèl iets aangeven. Helaas kunnen we niet aan iemands neus zien hoe het gaat. Naast een flinke dosis mensenkennis, moet je vooral goed kunnen luisteren. Laat de veteraan zijn verhaal doen. Maar blijf wel alert. Soms probeert iemand je voor zijn karretje te spannen. Hiervoor heb ik in de loop der jaren een zesde zintuig ontwikkeld.

Wat drijft je persoonlijk om dit werk nu al bijna 25 jaar vrijwillig te doen?

Dat vind ik lastig te benoemen. Besmet met een of ander virus, denk ik. Dat begon al vroeg. Mijn vader zat bij de luchtmacht. Later trouwde ik met een militair. Als geen ander weet ik dus hoe het werkt in veteranenland. Het is een enerverende omgeving. Veel te doen ook, daar houd ik van. Maar het is vooral het contact met de ouderen en dat je iets voor hen kunt betekenen.

In de munitiekist: welke speciale herinnering wil je achterlaten? 

Ach, dat zijn er zoveel. Ik denk weleens: zal ik een boek schrijven? Ik krijg bijvoorbeeld nog ieder jaar een kerstkaartje van een veteraan. Hij werd tijdens de reünie onwel en we hebben hem van de dood teruggehaald. Dat is niet zomaar een kaartje, dat begrijp je. En wat ik ook nooit zal vergeten is de dag waarop ik een lintje kreeg. Niet te geloven, maar ik had helemaal niets door. Ik, die altijd alles weet. Alleen al over de aanloop naar die dag en de dag zelf kan ik een hoofdstuk schrijven.

Op de munitiekist: heb je nog een speciale boodschap?

Eigenlijk heb ik er twee. Eentje voor de politiek en eentje voor onze veteranen. De eerste luidt: plaats eens iemand uit de praktijk op een hoge functie bij Defensie. Het stoort mij dat zoveel mensen daar zo weinig van de praktijk weten… En de tweede: “Beste veteraan, neem alsjeblieft contact met ons op als je ergens mee zit. We kunnen je verder helpen, maar de eerste stap ligt bij jou. Echt doen, hoor!”