“In Mali gaan we iets moois bouwen voor onze jongens”

30 januari 2014
Deel dit bericht:
Na drie eerdere missies naar Afghanistan vertrekt sergeant Remco Huibers (28) binnenkort naar Mali. Als groepscommandant bij het 41e Pantsergeniebataljon (Oirschot) is hij mede verantwoordelijk voor de bouw van het basiskamp bij de stad Goa. Dit kamp vormt de thuisbasis van de Nederlandse militairen die de komende maanden een bijdrage leveren aan de VN-missie MINUSMA. “We gaan iets moois bouwen voor onze jongens.”

“We starten ons basiskamp vanuit het kamp van de Fransen. Zij zitten al wat langer in Mali en hebben een eigen kamp neergezet. Van daaruit bouwen wij ons eigen kamp met alle voorzieningen die nodig zijn om optimaal te kunnen functioneren. Straks moeten onze Nederlandse eenheden zich daar thuis gaan voelen. Dat zie ik ook als mijn belangrijkste taak. Samen met mijn collega’s moeten we vanuit het niets iets opbouwen. Wat nu een grote kale, dorre vlakte is transformeren wij straks tot een super professioneel kampement.

De indeling van het kamp hebben we al goeddeels bepaald. Alle ervaringen en evaluaties van eerder gebouwde kampen zijn natuurlijk al meegenomen in het ontwerp. Maar we moeten wel rekening houden met onverwachte omstandigheden. Dat maakt het ook spannend. Is de stroomvoorziening betrouwbaar? Werkt het klimaat een beetje mee? Bij het bouwen van het kamp proberen we zoveel mogelijk samen te werken met lokale mensen en bedrijven. Op die manier stimuleren we ook de lokale economie en werkgelegenheid.

De afgelopen maanden hebben we ons goed voorbereid op wat we daar in Mali gaan aantreffen. We hebben lessen gehad over hoe de cultuur daar is, samenstelling van de bevolking, de politieke situatie etc. Door die lessen heb ik een beter beeld van waarom het land is zoals het is. Dat helpt om de situatie ter plaatse nog beter in te schatten.

Mijn ervaringen van mijn voorgaande missies naar Afghanistan kan ik goed gebruiken. Ik ben wel wat gewend met extreme temperaturen en samenwerking met militairen van andere nationaliteiten. Straks werken we samen met militairen uit Frankrijk, China en uit verschillende andere Afrikaanse landen. Toch is deze Mali-missie wel echt anders. In Uruzgan had ik een hele andere bepakking dan nu. Daar was mijn belangrijkste voorwerp een metaaldetector voor het opsporen van geïmproviseerde explosieven in Afghanistan. Maar in Mali zijn de komende maanden allereerst mijn hamer en klopboor het belangrijkste om bij mij te hebben.”