‘Defensie is mijn redding geweest’

18 februari 2020
Deel dit bericht:
Voor Riva Lawalata kwam Defensie op het juiste moment. Als jonge jongen had hij behoefte aan structuur en richting. De ervaring bij Defensie heeft hem heel veel gegeven. Vrienden voor het leven, maar ook de vaardigheden die hij nodig heeft voor zijn baan als machinist. Hoewel hij al even weg is bij Defensie blijft de behoefte aan kameraadschap en uitdaging groot. Daarom heeft hij zich vorig jaar aangemeld als reservist. Een beslissing waar hij heel blij mee is.

‘Defensie gaf mij wat ik nodig had: Structuur en discipline. Ik was echt een jongen van de straat. Bijdehand, opstandig en wilde naar niemand luisteren. In het begin had ik een hele grote mond.

Overal had ik commentaar op. We waren zo brutaal. We slopen dan ‘s nachts weg langs de poort om in de stad uit te gaan. Ik was echt zoekende. Na verloop van tijd werd dit steeds minder. Ik deed steeds meer gewoon mijn werk zonder moeilijk te doen. Bij heel veel jongeren gebeurde dat. Op school was ik ook niet de beste geweest, dus dit is echt mijn redding geweest.’

‘Voor het avontuur besloot ik om beroepsmilitair te worden. Tijden deze periode heb ik de meeste vriendschappen gemaakt. Vooral met de achterblijvers; de jongens die op de kazerne blijven slapen omdat ze te ver weg wonen. Je moet op elkaar bouwen. Zowel tijdens de oefeningen als daarbuiten. Je bent namelijk zoveel samen. Samen met een paar jongens had ik een grote passie voor muziek. Dan gingen we vaak in onze vrije tijd zingen of rappen. We noemden dat dan Radio Palua. Waar we ook waren, we maakten altijd lol.’

‘In 2000 ben ik afgezwaaid, maar we zien elkaar nog vaak. We komen nog steeds elk jaar samen. De vriendschappen voelen heel erg vertrouwd. Ik merk daarin ook een verschil tussen vrienden van Defensie en uit de burgermaatschappij. Die laatste relaties zijn veel lastiger om te onderhouden. Dan verhuizen sommige mensen en is het contact direct weg. Uit het oog, uit het hart. Bij Defensie is dat heel anders. Je kan elkaar altijd appen of bellen. Het voelt dan direct als gisteren. Dat betekent heel veel voor mij.’

‘In 1998 ben ik met een groep van 15 man uitgezonden naar Bosnië. Dat was heel erg spannend. Nog nooit was ik zo lang van huis geweest. Gelukkig verliep de missie betrekkelijk rustig. De heftige tijden waren al voorbij, daardoor was iedereen heel relaxed. Zo hadden we allemaal om de beurt bardienst. De generaal draaide dan ook ’s avonds een dienst. Dan was het gewoon: ‘Bert, mag ik een biertje?’. Dat vond ik wel goud.’

‘Een van de mooiste momenten was voorbereiden van een groot diner. Ze hadden hulp nodig bij het bereiden van het eten. Ik moest toen de lokale koks begeleiden in het maken van de maaltijden. Dat was echt onmogelijk. We konden elkaar niet verstaan. Stonden we daar met handen en voeten duidelijk te maken wat ze moesten doen. Dat was wel heel grappig. Uiteindelijk was het een groot succes en een enorme eer om te doen.’

‘Na mijn tijd bij Defensie ben ik aan de slag gegaan bij de NS. Eerst als conducteur en later als machinist. Ik merk dat ik veel heb gehad aan mijn ervaringen bij Defensie. Ik ben punctueel en kan heel goed omgaan met verantwoordelijkheid en stress. Soms heb je dan te maken met een bijna-aanrijding. Dan raak ik niet in paniek en behoud ik het overzicht.’

‘Toch kan ik Defensie niet helemaal loslaten. Ik heb daarom besloten om reservist te worden. Ik heb eerst gewacht tot m’n kinderen ouder waren. Nu heb ik de ruimte om te doen wat ik ook leuk vind. Ik ga nu een paar keer per maand naar de kazerne. Daar krijgen we lesavonden, hebben we onderhoudsdagen en doen we soms meerdaagse oefeningen. Ook geven we steunverlening bij herdenkingen of hebben we bewakingsopdrachten. Het is heel goed te combineren met het gezin. Ik ben heel erg blij dat ik die uitdaging en kameraadschap terug in m’n leven heb.’