‘Mijn vader zat bij de Landmacht. Dat heeft vast een rol gespeeld in mijn beslissing om ook in dienst te gaan. Weliswaar niet bij de Landmacht, maar bij de Marine. Overigens is mijn vaders invloed nooit dominant geweest op mijn beroepskeuze. Sterker nog, toen ik besloot in dienst te gaan vroeg hij of ik het wel zeker wist en of het toch niet door hem kwam. Ik had een romantisch beeld van volk en vaderland en ik wilde graag iets met en voor mensen doen. Het praktische gedeelte trok me erg aan en ik had genoeg van studeren. Die romantiek ben ik gaandeweg een beetje kwijtgeraakt, ik ben zakelijker geworden. Maar nog steeds geloof ik dat wij als Nederlandse krijgsmacht positieve dingen doen in het buitenland.
Een jaar voordat ik werd uitgezonden naar Eritrea was ik vader geworden. Ik heb in die tijd veel door Eritrea en Ethiopië kunnen reizen. Dat was fijn, omdat ik zo de bevolking goed leerde kennen. Maar ik heb ook veel armoede gezien. Ik zag hoe uitgezonden artsen de Eritrese bevolking hielpen, hoe mensen kilometers moesten lopen met hun kinderen om medische hulp te krijgen. Zonder de VN-missie hadden zij nooit medische hulp gekregen. Dit besef raakte me en ik heb vaak aan mijn dochter van een moeten denken.
Elke keer wanneer ik terugkom van een uitzending denk ik: wat hebben we het toch goed hier. De gemiddelde Nederlander begrijpt vaak niet hoe vrij wij eigenlijk zijn. Gelukkig hebben de meeste van ons nooit ellende meegemaakt, maar daardoor begrijpen ze vrijheid ook niet goed. Soms wil ik ze met de haren naar bijvoorbeeld Tsjaad of Afghanistan slepen, zodat ze zien wat ik heb gezien, zien wat er in de rest van de wereld gebeurt. Het is geen spannend YouTube-filmpje, het is de harde realiteit. De mensen die er wonen zijn doorgaans niet voor niets gevlucht. Er zitten zo veel mensen tussen die echt niks hebben en die zich dagelijks afvragen wat ze hun kinderen te eten moeten geven.
Op 5 mei doe ik voor het eerst mee aan het programma speeddaten met veteranen op het Bevrijdingsfestival in Den Haag. Daar kunnen mensen mijn verhaal aanhoren en in gesprek gaan met mij. Het liefst wil ik met ze over vrijheid praten. Vrijheid betekent voor mij dat je je kinderen vrij, in gezondheid en met geluk kan opvoeden. Dat je kan doen en zeggen wat je wil. Als je buurman moslim of joods wil zijn, just let them be, laat ze in hun waarde.
Het belangrijkste aan onze vrijheid vind ik dat iedereen de gelegenheid heeft om zijn of haar eigen leven te leiden. In Tsjaad en Afghanistan heb ik gezien hoe het niet moet in mijn ogen. Juist daarom wil ik het belang van vrijheid zo veel mogelijk doorgeven aan anderen.’
Op 5 mei kun je op alle Bevrijdingsfestivals in Nederland ‘speeddaten’ met Nederlandse veteranen. Meer informatie vind je op de website van het Veteraneninstituut.