“Robert Oey vertelt over zijn film Gesneuveld”

11 september 2013
Deel dit bericht:
“Het idee voor de film had ik al jaren. Ik kende dat clichébeeld uit talloze films, zo’n scène die tot de verbeelding spreekt. Mannen in uniform rijden in een legervoertuig naar een huis ergens in een verlaten omgeving. Ze bellen aan, een nietsvermoedend iemand doet open en vervolgens krijgt die persoon de hartverscheurende boodschap dat hun dierbare aan de andere kant van de wereld is omgekomen. Ik dacht, dit tafereel moet in Nederland de afgelopen jaren ook vaak zijn voorgekomen. Hoe zou dat eruit zien? Welke verhalen zitten daar achter? Dat wilde ik met ‘Gesneuveld’ laten zien.

Zelf vind ik het een mooie, realistische en emotionele film geworden. De film gaat niet over goed of fout, over de reden waarom we als land ergens zijn of wat we daar doen. In essentie gaat de film over mensen die iemand verliezen – en hoe ze daar mee om gaan; als ouder, als gezin en als collega. Wat mij als filmmaker het meeste trof was dat families zo ongelooflijk eervol omgingen met de dood van hun geliefde. Ik had juist extreme emoties verwacht; geschreeuw en gesnotter. Natuurlijk verlangen ze terug naar hun geliefden, maar tegelijk zeggen ze ook dat hun zoon, broer of vader in Afghanistan precies dat aan het doen was wat hij wilde en waar hij goed in was. Dat plichtsbesef is bijzonder.

De film heeft veel losgemaakt. Niet alleen bij de families in kwestie, maar ook ver daarbuiten. De families die meewerkten aan de film kijken vooral naar de delen waarin hun geliefde voorkomt en beoordelen mij op de manier waarop ik hem geportretteerd heb. Dat kan soms confronterend zijn, omdat het beeld wat zij zelf hebben anders kan zijn dan het beeld dat ik toon. Mensen die wat verder van het onderwerp afstaan kijken op een heel andere manier. Zij kijken meer naar de film als geheel en worden geraakt door de hele situatie van strijd, dood, rouw en verwerking. Sinds de film vertoond is word ik zo nu en dan benaderd door iemand die ik niet ken. Dan komt er een man op me af, soms jonger dan ik, die zegt ‘Bedankt voor de mooie film’. Dat blijkt dan een veteraan te zijn. Dat ontroert me.

Ik vind het moeilijk om te beoordelen of er in Nederland sprake is van een veteranencultuur. Het is in ieder geval niet zoals in de Verenigde Staten. Daar is de militaire cultuur helemaal tot in de haarvaten van de Amerikaanse maatschappij doorgedrongen. Ik denk wel dat er in Nederland een ontwikkeling gaande is. Maar nogmaals, ik weet het niet, ik merk het zelf niet. Ik kan wel verklaren dat er door de jaren heen anders naar veteranen wordt gekeken. Want als er vijfentwintig jonge jongens omkomen in Afghanistan terwijl ze hun werk aan het doen zijn dan zorgt dat natuurlijk voor reacties en emoties. Zulke dramatische ontwikkelingen veranderen nu eenmaal het beeld dat wij, als samenleving, hebben van missies, militairen – en dus veteranen.”