‘Waar de ‘usual suspects’ in mijn wijk wonen, met wie ze omgaan en wat ze op hun kerfstok hebben? Ik weet het gelijk. Als wijkagent ben ik een controlefreak. Dan wil ik tweehonderd procent scoren. Thuis hoeft dat gelukkig niet. Want daar is Patricia.’
‘Patricia neemt de zorg voor de kinderen en het huishouden bijna helemaal voor haar rekening: van verzekeringen tot huishoudelijke klusjes en van tienminutengesprekken tot vakanties.
Dat doet ze al vanaf het moment dat we elkaar leerden kennen. Ik deed toen de Luchtmobiele opleiding. Toen ik in Kosovo zat regelde ze zelfs een appartement voor ons samen. Na mijn uitzending kwam ik in een gespreid bedje terecht. Daarna ging ik bij de politie, terwijl ik er elf jaar lang een goedlopend eigen bouwbedrijf naast runde. Zonder Patricia was dat nooit gelukt. Ze steunt me onvoorwaardelijk.’
‘Ik doe wel veel in huis, ja. Maar Stefan vindt het niet vanzelfsprekend en ik doe het graag. Dat werkt al vijfentwintig jaar prima. Stefan heeft in zijn werk de teugels graag in handen. Ik heb dat thuis. Dan weet ik dat het goed gebeurt. De tijd die Stefan thuis is, besteden we aan leuke dingen. Ik let er wel op dat het niet doorslaat. Als ik morgen onder een auto kom, moet hij voor de kinderen en zichzelf kunnen zorgen. Daarom laat ik hem sommige dingen wel eens zelf doen, zoals telebankieren. Dat doet hij dan ook zonder morren.’