Op uitzending zijn terwijl het kerst is? Dan maak je er wat van samen. Veteranen vertellen zelf hóe!
Patrick de Graaf werd eind 2005 uitgezonden met de Quick Reaction Force naar Pakistan, waar in die dagen een zware aardbeving was geweest. Hij maakte deel uit van de Force Protection. “We waren gezien de situatie zwaar onderbezet, met 16 man moesten we 160 man beschermen,” vertelt Patrick in zijn interview voor de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen. “We hadden bijna geen rust en leefden volledig op noodrantsoenen: de welbekende crackers, 24-uurspakketjes en zelf-opwarmende hapjes. Die kun je op den duur natuurlijk niet meer zíen.”
“Dus met Kerst hadden collega’s uit Islamabad aardappelen meegenomen,” vertelt Patrick. “Ze wisten niet of ze die wel konden vertrouwen. En volgens mij hadden ze ook bij een lokaal iemand boontjes geregeld. En lokaal vlees. Dat was natuurlijk sowieso twijfelachtig, of het vlees wel goed was. Maar goed, op de gok dan maar: dat was ons kerstmaal. Om toch één keer echt eten te krijgen.”
Na het geïmproviseerde kerstdiner ging Patrick naar bed in Pakistan, meteen al een beetje misselijk. “Met diarree en alles erop en eraan. We besloten de zieke mensen in een aparte tent te leggen, zodat ze de infectie niet konden verspreiden naar de collega’s die niet ziek waren,” lacht Patrick achteraf. “Het was onze eigen schuld natuurlijk. Maar we waren zó toe aan een fatsoenlijk maaltje. Menigeen was tien kilo kwijt na die uitzending.”
Serener is de kerst-ervaring van Nico Vos, die in 1982 was uitgezonden naar Libanon in het kader van UNIFIL. Daar liep de aalmoezenier altijd te ‘zeuren’ dat hij een kerk wilde, vertelt Vos. En zoiets was er daar nou eenmaal niet. “Wat we wél hadden, was een geitenstal. Daar hebben we tegen kerst met vereende krachten een kerkje van gemaakt voor de aal. Een tl-licht achter het kruis, het altaar versierd met schelpjes en wadi-keien. Dat zijn een soort ronde stenen, die je kunt doorhakken en dan blijken er allemaal kristallen in te zitten.”
Bij de opening kwamen ook de Ieren erbij. Zij hebben prachtig gezongen in een koortje.” Nico Vos bladert door zijn UNIFIL-fotoboek met de foto’s van het kerkje. “Die lamp boven het altaar is geschonken door de Islamitische bevolking van Haris. Mooi toch?”
Rode Kruisverpleegster Wilhelmina Schouten trouwde in Nederlands-Indië met marinier Jan Couvée, op een dag dat het stroomde van de regen. Contact met haar familie had ze in die periode alleen via brieven, terwijl ze negen maanden lang keihard werkte in een hospitaal op Bali. Haar man Jan was ingezet was op Java. “Mijn moeder was thuis ernstig ziek. Er zijn pogingen ondernomen me naar Holland te krijgen, maar dan zou ik daarna in Indië mijn tijd alsnog vol moeten maken.”
Wilhelmina kreeg veel support van het team waarin zij werkte en ook van het KNIL. “De dokter kwam het me vertellen, “ zegt ze in haar interview. “ Ik was alleen op mijn kamer. Ze zouden me met rust laten, maar er werden sigaretjes om de hoek gestoken, een tinnetje chocola. Iedereen stak zo even wat liefs bij me naar binnen. Maar het mooist was dat ze onder elkaar bekokstoofd hebben dat Jan met Kerst naar mij toe kon komen.”
Op een dag zat ze te lunchen. “Al mijn collega-verpleegsters wisten dat Jan aan zou komen die dag met de post-truck. Ik draaide me om toen in de truck hoorde. En daar komt Jan uit de truck! Dat is de mooiste Kerst geweest die ik ooit meegemaakt heb.”