Als lid van de Luchtmacht draagploeg draag ik regelmatig het Ceremonieel Tenue (CT), maar het Dagelijks Tenue (DT) vind ik mooier. Het CT is zwart en ongetailleerd met veel knopen. Daarin lijk je net een ouderwetse buschauffeur. Het DT is moderner en belangrijk: daarop draag ik mijn onderscheidingen.
We noemen het eigenlijk nooit het DT. Trek je blauw aan, wordt altijd gezegd. Daar draag je de platte pet op. Ik heb ook een ander hoofddeksel dat we eigenlijk nooit hoeven te dragen. Het is een soort van lapje stof dat je uitvouwt op je hoofd. We noemen het de ‘koeienkut’. De officiële benaming weet ik niet eens.
Op mijn DT zit standaard de Koninklijke Luchtmacht waarderingsspeld die ik in 2014 kreeg voor mijn inzet bij het dragen van de MH17 slachtoffers op Eindhoven Airport. Een stuk of negen ceremonies heb ik begeleid. Bij twee ervan stonden er zo’n zeventig kisten op het platform. Sindsdien zie ik bij het omkleden altijd dat beeld weer even voor me.
Ik snap het nooit als veteranen hun onderscheidingen niet dragen. Alsof ze er niet trots op zijn. Bij ons werken veel jonge jongens die er maar wat graag een zouden willen, maar die nog niet de kans hebben gekregen om op missie te gaan.
De blouse van het DT is veel te wijd. Ik heb de kleinste maat maar dan nog zwem ik in dat ding, niet normaal. Ik draag er altijd het jasje overheen, zonder is geen porum.
Ik doe altijd mijn hoofddeksel af als ik ergens binnenkom. Ik draag zelfs geen pet in mijn eigen huis. Dat voelt gewoon niet netjes.
Vlak voor aanvang is er bij de draagploeg altijd een moment waarop we elkaar controleren: zit je stropdas niet dubbel onder je kraag? Heb je geen pluisjes op je pak? Vooral de witte handschoentjes die we dragen zijn meteen vies. Een van mijn collega’s werkt bij het kledingbedrijf van Defensie. Die heeft altijd een tas vol reserve-exemplaren bij zich.
Na een feestje op de kazerne zag ik eens een stoeprandje over het hoofd. De hele schouder van mijn DT lag open. Kon ik een nieuwe bestellen.
Laatst was ik in beeld op het NOS-journaal tijdens een item over het overlijden van de heer Leo Hendrikx, een van de laatste Meivliegers. We stonden met de draagploeg als dodenwacht bij zijn afscheidsdienst. Mijn ouders hingen na de uitzending meteen aan de telefoon om te zeggen hoe netjes ik eruit zag en hoe trots ze waren.
Tijdens een bevorderingsceremonie worden de rang-epauletten van het gevechtstenue getrokken. Vlak voor de bevordering van een collega heb ik die eens met een paar jongens vastgeniet.
Ik draag mijn uniform graag, want ik vind het belangrijk dat mensen kunnen zien dat ik militair ben. Ik kan niet precies uitleggen waarom, het is een gevoel.
Lijkt het je leuk om mee te doen aan deze rubriek? Stuur dan een e-mail naar communicatie@nlveteraneninstituut.nl.