Ergens wist Edith Kor (51) wel dat ze hulp kon krijgen, maar als vrouw van een veteraan met PTSS was ze vooral bezig om te overleven. Werk, gezin en partner gingen altijd voor. “Ik zat vast in een slachtofferrol”, weet ze nu. “Dit heeft jarenlang door gesudderd, totdat het besef kwam ‘het is tijd dat ik eindelijk voor mezelf ga zorgen’.”
“Mijn man is met Dutchbat III in Bosnië geweest. Toen ik hem in 2005 leerde kennen was die uitzending al zo’n tien jaar geleden. Hij was inmiddels geen militair meer en het leek allemaal stabiel. Samen bezochten we regelmatig veteranendagen. Het viel hem dan op dat flink wat van z’n oude maten problemen hadden, maar dat was het dan.”
Alles overeind houden
“Het begon er eigenlijk mee dat m’n man slecht ging slapen. Ik merkte ook dat hij somber werd en zich terugtrok. Op een ochtend zei hij vlak voor hij naar z’n werk ging; ‘kom ik onder een trein dan vind ik het ook goed zo’. Uiteindelijk werd de diagnose PTSS gesteld. Intussen probeerde ik ons gezin en mezelf overeind te houden. Voor mijn man kwam er wekelijks een maatschappelijk werker over de vloer. In die periode raakte ik mijn baan kwijt en door een fout van de belastingdienst kwamen we in de schuldsanering terecht. Ik was continu gestrest en ik miste de support van mijn man. Hij was normaal gesproken degene die me gerust kon stellen; ‘Het komt wel goed’. Maar dat zei hij in die tijd ook niet meer.”
Een eyeopener
“Ik kwam met mezelf niet verder. Dat was het gevoel waarmee ik bij de huisarts aanklopte. Die keek me eerlijk gezegd nogal raar aan toen ik vertelde over de impact die de PTSS van mijn partner op mij had. Toen besloot ik contact op te nemen met het Veteranenloket. Daar was de reactie gelukkig heel anders. Dezelfde maatschappelijk werker kwam nu ook voor mij. In een van onze gesprekken liet hij me zien dat ik tegen wil en dank in een slachtofferrol zat. Ja, ik weet nog heel goed hoe dat gesprek ging, want het was zo’n eyeopener. Tijd voor mezelf nemen, dat kwam niet eens in me op. Je loopt de benen uit je lijf voor alles en iedereen en bent ondertussen steeds ontevreden. Mijn moeder deed het precies zo realiseerde ik me.”
Vreemde hobby? Nou en!
“Een van de adviezen die ik kreeg was om dingen op te pakken die ik zelf leuk vind. Ik ben weer gaan schrijven met ter dood veroordeelde gevangenen in Amerika. Ja, vreemde hobby he!? Hahaha, dat deed ik jaren geleden al. Het is heel leuk om te doen en het geeft veel voldoening. Mijn man vindt het trouwens tien keer niks, maar daar stoor ik me nu niet meer aan. Hetzelfde geldt voor alledaagse dingen, zoals welke kleren ik draag. Als ik me er prettig in voel dan is het goed hè! De laatste tijd ben ik me ook weer gaan bezighouden met het geloof waarmee ik ben opgegroeid. Dat geeft me kracht. Het is eigenlijk ongelooflijk dat ik pas anderhalf jaar met dit proces bezig ben. Ik voel me zoveel sterker en meer mezelf. Van onze dochter die nu twaalf is hoor ik ook: ‘Je maakt veel meer grapjes.’ Ik ben blij dat ik voor haar nu een ander voorbeeld kan zijn.”