‘We hebben ons toen wel heel goed voorbereid. Door research te doen en via de informatie voor thuisblijvers van Defensie. Je schrikt je dan overigens wel kapot. Van de tips. Zoals: maak veel foto’s, van je man en met elkaar als gezin. Het wordt niet expliciet gezegd, maar dat is natuurlijk voor het geval dat je man niet levend van missie terugkomt.
Op het laatste moment werd de uitzending van Tim afgeblazen, ik was enorm opgelucht. Mijn man zou niet bij de geboorte aanwezig zijn en onze zoon pas na vier maanden voor het eerst zien. Ik was toen echt ongerust wat zoiets (psychisch) met hem zou doen.
Na het afblazen van die uitzending wisten we wel dat er vroeger of later een nieuw verzoek zou komen. Eind vorig jaar kwam verzoek, Mali. Uiteindelijk heeft Tim er zelf voor gekozen. We hadden het thuis goed besproken en geconcludeerd dat het eigenlijk nooit goed uitkomt. Net als de vorige keer hebben we ons goed voorbereid. Met de handvaten die vanuit Defensie worden aangereikt. Zo hebben we samen de ‘Handleiding Nabestaanden’ ingevuld. Het is heel heftig om zo expliciet over wezenlijke vragen van leven en dood na te denken. Van je wensen voor de uitvaart, het opschrift op een gedenkteken, van je graf, tot de vraag of je wenst gebruik te maken van donorregistratie. Maar tegelijkertijd is het ook goed om daar zo bewust bij stil te staan.
Gek genoeg merk ik dat ik nu niet extra alert op het nieuws ben. Ik vertrouw erop dat als er iets gebeurt, ik dat al weet voordat het op het nieuws komt. Eerlijk gezegd maak ik mij meer zorgen over wat Tim in Mali meemaakt, wat dat met kan doen en hoe hij over een paar maanden thuiskomt.
Thuis gaat het nu best goed. De eerste maanden waren wel heel erg zwaar, sowieso is de maand december (met Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw) al niet de makkelijkste. Tim is een zeer betrokken vader, die een dag in de week thuis is voor de kinderen en veel met ze doet. Daarnaast ben ik ook nog eens erg slecht in het vragen om hulp. Ik vind dat ik het zelf moet oplossen.
Uiteindelijk ben ik over die trots heen gestapt. Samen met mijn moeder, een paar moeders van school en een groot Excel-sheet ben ik schematisch te werk gegaan. Met elkaar hebben we de lege plekken opgevuld. Hulp vragen raakt wel een emotionele snaar bij mij omdat je een deel van je zelfstandigheid opgeeft. Ik ben ook bang voor het stigma van mensen die denken: ‘die Debbie vindt haar werk belangrijker dan haar kinderen’.
Maar je ontkomt er niet aan om hulptroepen in te roepen. Je voelt je echt incompleet als je man zo lang weg is. Ik moest onze hypotheek bijvoorbeeld verlengen. Met hulp van een financieel onderlegde vriendin is dat gelukt. En vorige week was mijn jongste geveld door griep. Dan kan ik niet vier dagen op kantoor zijn. Maar mijn werkgever (DUNEA, red.) is enorm behulpzaam. De flexibiliteit die ik de afgelopen acht jaar heb getoond, krijg ik nu terug. Ik heb geluk, want ik weet dat niet alle thuisblijvers begrip en steun van hun werkgever krijgen. In Nederland kan er heel nuchter worden omgegaan met het feit dat je er tijdelijk alleen voor komt te staan.
Het loopt nu best goed, maar natuurlijk missen we Tim enorm. Ik app een paar keer per week met hem en wekelijks belt hij apart met de jongens, zodat hij de volledige aandacht voor hen heeft. Thuis hebben we ook een speciale aftelkalender met foto’s en plekken waar wij kruisjes kunnen zetten. Tim heeft precies dezelfde mee naar Mali. Op mijn telefoon heb ik een speciale app die terugtelt en eindelijk begint daar een beetje schot in te komen.
De warme kant die Defensie toont (een bos bloemen en een kaartje tijdens de feestdagen), de besloten ‘We@home’ Facebookgroep en de thuisfrontcontactdagen helpen ook echt. Dat persoonlijk contact met ervaringsdeskundigen maakt echt een verschil. En weet je wat niet helpt? De goedbedoelde bagatelliserende clichés: “ah joh Debbie, het is maar vijf maanden, jij bent een sterke vrouw, jij redt het wel.” Of mensen die alleen maar vragen hoe het met Tim gaat. Joh, ik heb de afgelopen maanden zo’n respect voor alleenstaande ouders gekregen.’