Vader en dochter Teunissen – allebei veteraan and proud of it! – stonden op 4 mei samen in het erecouloir op de Dam. Wat betekende dat voor hen?
Jon Teunissen is Nieuw Guinea-veteraan. In 1962 zette hij in zeer korte tijd met zijn collega’s een radarstation op voor de Koninklijke Luchtmacht in Biak. In het erecouloir op de Dam bij de Nationale Dodenherdenking stond hij pal naast zijn dochter Carola, Bosnië-veteraan.
Carola: ‘We gaan ook samen naar de landelijke veteranendag. Dan loop ik bij mijn onderdeel in het defilé en mijn vader in het zijne. Wat dit zo bijzonder maakt, is dat we zij aan zij naast elkaar staan in het erecouloir.’
Jon: “In 1978 zat ik een tijdje voor mijn werk bij de Koninklijke Luchtmacht in Amerika voor een opleiding. In een tijdschrift kwam ik daar een artikel tegen, waarin een familielid van ons voorkwam. We wísten dat hij omgebracht was in de oorlog, maar de precieze toedracht kenden we niet.”
Carola stond later – in uniform wegens een oefening in Duitsland – zelf bij het monument dat voor hem werd opgericht in Hamburg. “In een concentratiekamp had een Duitse nazi-arts afschuwelijke experimenten verricht op een groep Joodse kinderen. Ons familielid was opgepakt wegens het drukken van verzetsblaadjes en was na een verblijf in kamp Amersfoort in dat Duitse concentratiekamp tewerkgesteld als verpleger van die groep kinderen. Toen voorjaar 1945 de Geallieerden snel oprukten, wilde die nazi-arts voorkomen dat deze doodzieke kinderen levend gevonden zouden worden en heeft hij hen in een school in de buurt allemaal gedood. Ons familielid is bij zijn patiëntjes gebleven, terwijl hij wist dat dat ook zijn dood zou betekenen. Ook hij is daar om het leven gebracht.” Toen Carola bij zijn monument stond wist ze: “Dit is dus waarom ik in dienst ben. Aan hem en zijn loyaliteit denk ik, als het twee minuten stil is op de Dam.”
Vader Jon heeft op Nieuw Guinea vijf collega’s met hun drie passagiers verloren, toen in juni 1962 een Dakota neerstortte. “Andere jaren herdenk ik hen altijd op 4 mei in Loenen. Daar leggen we als Nieuw Guinea-veteranen elk jaar een mooi boeket op hun graf en staan we er weer even bij stil. Aan hen zal ik vanavond ook denken als ik in het erecouloir sta.”
Carola: “Je realiseert je niet meer hoe groot het gevaar en de onzekerheid ook in Nederland zijn geweest. Mijn moeder was zeven toen de hongerwinter begon. Ze waren vanuit Arnhem geëvacueerd naar familie in Amsterdam. Op dat moment precies de verkeerde plek om naartoe te vluchten! Daar werden de vijf kinderen verdeeld over verschillende adressen. Wij kunnen ons daar toch niets meer bij voorstellen? En dat zijn dan nog de gewonere verhalen uit die tijd.”
Als vertegenwoordiging van het erecouloir mochten Carola en Jon ook aanwezig zijn bij het Bevrijdingsconcert op 5 mei. Jon: “Dat was in één woord: grandioos. Ik denk dat het afsluitende ‘We’ll meet again’ bij iedereen kippenvel moet hebben gebracht, wat mooi.” Ook Carola heeft genoten: “We hebben vooraf een glaasje geheven met de koning. Hij vroeg heel geïnteresseerd naar onze uitzendingen, daar hebben we over gepraat. We kwamen naast Frank Marcus te zitten, de directeur van het Veteraneninstituut. We salueerden alle drie toen de koning langsliep. Dat moet een mooi plaatje zijn geweest: landmacht, luchtmacht en marine op een rijtje.”