Veranderlijke herinneringen

28 oktober 2019
Deel dit bericht:
In gesprek met professor Douwe Draaisma, hoofdspreker van de Veteranenlezing 2019.

Geheugenprofessor Douwe Draaisma vergelijkt ons herinnerend vermogen graag met een slordig onderhouden tuin. ‘We associeren het geheugen met leren, vastleggen en conserveren, maar we vergeten veel meer.’

douwe-draaisma-veteranenlezing-checkpoint-interview
Tekst: Else de Jonge / Fotografie: Judith Jockel

Over Douwe Draaisma

Douwe Draaisma (Nijverdal, 1953) is emeritus-hoogleraar geschiedenis van de psychologie. Hij studeerde naast psychologie ook filosofie en promoveerde op een onderzoek naar de taal waarin we over het geheugen spreken. Draaisma schreef diverse boeken over herinnering en geheugen met aansprekende titels als Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, Vergeetboek en De heimweefabriek. Zijn boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald.
(www.douwedraaisma.nl)

Het geheugen wordt wel vergeleken met een archief. Herinneringen zijn opgeborgen in keurige mapjes waaruit we ze naar wens kunnen opdiepen. U vergelijkt het geheugen liever met een wat verwilderde tuin.
‘Door de eeuwen heen is het geheugen niet alleen vergeleken met een archief, maar ook met apparaten als een fototoestel en een computer. Dat suggereert dat herinneringen onveranderlijk zijn. Dat zijn ze niet. Een vergelijking met iets levends komt beter tegemoet aan wat we weten over de werking van het geheugen. Bij een tuin kun je denken aan veel belopen paden, aan paden die dichtgroeien, aan de groei van iets nieuws en aan dingen die weer verdwijnen. Dat laatste is ook belangrijk. We associëren het geheugen met leren, vastleggen en conserveren, maar we vergeten veel meer.’

U zegt dat herinneringen veranderlijk zijn en heeft het in dit verband wel over ‘mechanismen die een herinneringsspoor achteraf beïnvloeden’. Kunt u een voorbeeld geven van zo’n mechanisme?
‘Ik hoorde pas op tv een vrouw vertellen dat zij op latere leeftijd ontdekte dat zij en haar zus verschillende vaders hadden. Die wetenschap plaatste veel jeugdherinneringen in een ander perspectief. Iets vergelijkbaars kun je zeggen over bijvoorbeeld Indiëveteranen. De jongens die in Indië vochten, zagen dat veelal als het beteugelen van een opstand. Later hoorden ze zeggen dat ze de laatste koloniale oorlog hadden uitgevochten. In beide voorbeelden blijven, strikt genomen, de herinnerde gebeurtenissen hetzelfde, maar verandert de kleur die iemand eraan geeft.’

Tijd doet iets met herinneringen. Wat betekent dat voor de geloofwaardigheid ervan?
‘Dat herinneringen in de loop van jaren minder gedetailleerd en scherp worden, tast de betrouwbaarheid van iemands verhaal niet principieel aan. Overigens komt het veel voor dat mensen ingrijpende gebeurtenissen ook na tientallen jaren nog accuraat kunnen navertellen. Die worden doorgaans beter opgeslagen dan herinneringen aan alledaagse zaken.’

 

 

U heeft veel geschreven over het ‘autobiografisch geheugen’. Wat is dat precies?
‘In het algemeen is het geheugen de som van alle herinneringen die je meeneemt van het verleden naar de toekomst. Het autobiografisch geheugen is het deel dat je persoonlijke lotgevallen betreft, dat je raadpleegt als iemand je vraagt wanneer je het gelukkigst was, of welk boek je aan het lezen bent. Toegepast op een veteraan: de data en locatie van een missie horen niet bij diens autobiografisch geheugen, maar de herinnering aan hoe warm of juist koud hij het had, en de stress en kameraadschap die hij heeft ervaren, wél.’

Veteranen keren soms terug naar een missiegebied. Wat doet zo’n reis met iemands herinneringen?
‘Een uitzending biedt allerlei nieuwe zintuiglijke ervaringen. Geuren, smaken, geluiden: vaak zijn ze allemaal anders dan thuis. Het opnieuw beleven van een aantal daarvan door terug te gaan naar een missiegebied, zal herinneringen versterken, meer dan bijvoorbeeld het kijken naar foto’s. Het kan zelfs herinneringen oproepen aan alledaagse dingen waar je sinds je terugkeer niet meer aan gedacht hebt.’

Herinneringen kunnen ook behoorlijk dwarszitten. Mensen met PTSS hebben last van nachtmerries en herbelevingen. Hoe verhoudt zich dat tot de aanname dat het mogelijk is herinneringen te verdringen?
‘Psychoanalytici menen dat traumatische herinneringen als het ware onderduiken in het onderbewuste en vervolgens tot uiting komen in allerlei lichamelijke kwalen. Psychoanalyse is erop gericht verdrongen herinneringen uit hun schuilplaats te halen en ze onschadelijk te maken. De ervaring van mensen met PTSS sluit niet bepaald aan bij dit idee van verdrongen herinneringen. Die laat zien dat onaangename herinneringen juist hinderlijk aanwezig zijn. Tegenwoordig worden mensen met PTSS vaak behandeld met EMDR, een therapie die de herinnering van haar emotionele lading en scherpe randen ontdoet. Dat geeft vaak verlichting.’

U heeft het in uw werk ook geregeld over het ‘reminiscentie-effect’: het verschijnsel dat bij oudere mensen herinneringen verscherpt terugkomen aan de tijd dat ze twintigers waren. Voor veel veteranen is dat ook de leeftijd waarop ze voor het eerst werden uitgezonden.
‘Dan is de kans groot dat details uit deze tijd opduiken in hun geheugen als ze eenmaal op leeftijd zijn. Van Indiëveteranen is bekend dat ze veel meer gingen praten over hun oorlogsherinneringen toen ze de zestig voorbij waren. Hun eerdere zwijgen had diverse oorzaken: consideratie met familie, ongemak om over emoties te praten, angst om niet begrepen te worden. Dat ze later wel gingen praten, wordt doorgaans toegeschreven aan een afnemende geestelijke weerbaarheid waardoor pijnlijke herinneringen weer zouden opdoemen en wel verteld moésten worden. In die verklaring is het doorbreken van het zwijgen iets dat de Indiëveteranen overkwám, maar ik denk dat het vaak een keuze was. En dat het reminiscentieeffect hierbij een doorslaggevende rol speelt.’

Niet alle veteranen hebben (alleen maar) pijnlijke herinneringen. Veel van hen praten bevlogen over de kameraadschap die ze hebben ervaren tijdens een uitzending of zijn vooral blij dat ze iets voor een lokale bevolking konden betekenen. De nazorg voor veteranen is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Heeft dat invloed op het reminiscentie-effect?
‘Het reminiscentie-effect is emotioneel neutraal. Het maakt geen onder scheid tussen prettige of onprettige gebeurtenissen. Beschouw het als een raam dat ineens openschuift en je een verscherpt zicht biedt op een bepaalde periode uit je leven. Bij de een is dat een fase die veelbewogen en belastend is, bij de ander kunnen zich daar juist neutrale of zelfs prettige herinneringen voordoen.’