Met Eric Boers (50) ging alles prima, aan de buitenkant. Van binnen groeide de overtuiging dat hij iedereen tot last was. Gewoon doorgaan? Dat was geen optie meer toen Eric na een zelfmoordpoging uit een coma ontwaakte. Er volgde een intensief traject waardoor hij stukje bij beetje zichzelf terugvond. “Het is nog steeds hard werken, maar ik heb een tweede kans gekregen.”
“Bij de luchtmacht kreeg ik als jonge vent de gelegenheid om veel te sporten. Zo kwam ik begin jaren negentig op de schietbaan terecht en ik bleek er goed in. Toen er een beroep op me werd gedaan vond ik dat hartstikke avontuurlijk. Ik was 23 jaar.”
“In oorlogstijd werkt het perfect als je heftige ervaringen snel kunt parkeren. Dat is ook wat je leert. Hou je dit jarenlang vol, dan is het een ander verhaal. Ik had inmiddels Defensie verlaten en een eigen bedrijf opgezet. Om te functioneren had ik voor mezelf een prima strategie ontwikkeld. ’s Ochtends als ik wakker werd begon ik al om allerlei laatjes in mijn hoofd die open wilden, dicht te doen. Probleem was dat er steeds meer laatjes bij kwamen.”
“Er gebeurden ook dingen met me die ik niet snapte; agressie en plotselinge emoties konden me overvallen. Gedachten om overal mee te stoppen namen het over. In de zomer van 2016 deed ik een zelfmoordpoging. Zorgvuldig gepland, maar ik zag iets kleins over het hoofd. Blij dat het was mislukt was ik niet. Toen niet.”
“Ik ontwaakte uit een korte coma en stemde in met een opname. In het onderzoek viel voor het eerst het woord oorlogstrauma. De psychiater bracht me in contact met Centrum ’45 in Oegstgeest. Daar zijn de dingen langzaam op z’n plek gevallen. Na die zelfmoordpoging was ik in één klap mijn bedrijf en dus ook mijn inkomen kwijt. Gelukkig kreeg ik bij het Veteranenloket ondersteuning, onder andere om aan te tonen dat mijn ptss verband houdt met mijn dienst. Het verlossende woord kwam vorig jaar. Het is een erkenning, en zo voelt dat ook. Daardoor heb ik recht op een invaliditeitspensioen.”
”Er is hulp voor mensen zoals ik. Ik kan weer vooruit kijken. Het is hard werken, maar voor mijn kinderen is dat het waard. Zij zijn van jongs af aan veel bezig geweest om het voor mij veilig te houden, terwijl ik zelf dacht dat ik hen beschermde.”
“Ja, ik heb een oorlogstrauma. 24 jaar na mijn missies kan ik dat eindelijk zeggen. In de behandeling heb ik geleerd te kunnen voelen hoe ik me voel. Ik had geen flauw idee. Je kunt me nu op elk moment van de dag vragen hoe het met mijn spanning zit.
Dat is een tip voor andere veteranen: gebruik de ‘window of tolerance’ als hulpmiddel. Het is een soort thermometer. Je geeft jezelf een score hoe hoog de spanning is. Tussen de vier en de zeven is voor mij werkbaar. Hoger niet, dan is de kans te groot dat mijn reptielenbrein het overneemt. Bij mij is dat een soort Schwarzenegger. Als hij wakker wordt, neemt ‘ie direct de hele handel over. Ik zeg tegenwoordig tegen mezelf; ‘Hé, je zit niet in oorlogsgebied. Doe maar niet’. Wat ik ook heb ontdekt is dat het werken met honden voor mij enorm spanningsverlagend is. Een hond houdt je in het hier en nu, en dat is vaak erg moeilijk voor mensen zoals ik. Op het hondendagverblijf van mijn dochter ben ik bezig om lotgenoten diezelfde ervaring te kunnen bieden. Ik hoop dat ik zo iets moois kan terugdoen.”