Ze staat er onder meer met haar man Leo, die ze tijdens haar uitzending naar Eritrea leerde kennen.
Tijdens een uitzending kan liefde opbloeien. Jenny en Leo zijn er het levende bewijs van. Eind 2000 ging Jenny op vredesmissie naar Eritrea, als chef van de vliegploeg met Zr.Ms. Rotterdam dat fungeerde als hospitaalschip voor de Luchtmacht en Mariniers op het land. Leo zat aan boord als vliegdekofficier. Met een grijns vertelt Jenny: “Daardoor werkten wij samen op het helikopterdek. Na een week of zes zijn we eens de wal op gegaan om een hapje te eten. We werden nieuwsgierig naar elkaar en kregen uiteindelijk een relatie.” Vlak na hun gezamenlijke uitzending vertrok Leo naar Bosnië en Jenny naar de Caraïben. Ze zagen elkaar tien maanden vrijwel niet. “Maar we hadden veel contact per mail. En het bleef goed voelen.”
Dit jaar zijn Jenny en Leo 20 jaar getrouwd. Een mooie mijlpaal, en dat in hetzelfde jaar dat ze samen in de erecouloir op de Dam staan. “Ik wilde dit graag een keer ervaren. Het lijkt mij heel indrukwekkend om samen met Leo op de Dam te staan.” Jenny staat er voor alle militairen die in missies het leven hebben gelaten, maar ook voor de mensen die door oefeningen in dienst zijn omgekomen. “Zij kunnen hier helaas niet staan. Als veteranen laten we zien dat vrede en vrijheid niet vanzelf zijn ontstaan, het heeft levens en trauma’s gekost.”
Jenny had bij terugkomst uit Eritrea niet direct het gevoel veteraan te zijn. In haar optiek was je dat alleen als je het zwaar had gehad, in gevaar was geweest. Dat is bij Jenny niet van toepassing, vindt zij zelf. “Als je wordt uitgezonden vanaf een schip, beleef je alles meer vanaf de zijlijn”, is haar ervaring. Door de jaren heen is Jenny er steeds bewuster van geworden dat ieder individu een belangrijk onderdeel vormt van het geheel. Die trots is Jenny steeds meer gaan uiten. Ze liep onder meer twee keer mee met de ex- en actieve vrouwelijke militairen van de Marine tijdens het defilé op Nederlandse Veteranendag. “De herdenking op de Dam zal voor mij persoonlijk voor nog meer erkenning zorgen. Ik word steeds een beetje trotser op het feit dat ik veteraan ben.”
Jenny is ook trots op haar prestatie om als een van de eerste vrouwen het traject bij de Wapentechnische Dienst Vliegtuigtechniek af te ronden. Door spanningen thuis wilde Jenny al op jonge leeftijd het huis uit. Op haar zeventiende kwam ze bij Defensie. “Ik wilde ziekenverpleger (militair verpleegkundige) worden, maar kwam terecht bij de Wapentechnische Dienst Vliegtuigtechniek. Heel wat anders, maar het technische stuk lag en beviel me.”
De ervaringen in Eritrea leerden Jenny dat tevredenheid en vrijheid een groot goed zijn. “Ik zag hoe kinderen weinig middelen hadden om te spelen, maar toch ontzettend blij waren met wat ze wél hadden.” Volgens Jenny kunnen we daar in Nederland wat van opsteken. We mogen volgens haar meer tevreden zijn, omdat we het hier zo goed hebben. Jenny besluit haar verhaal door te stellen dat vrijheid voor ons zo vanzelfsprekend is dat we het er te weinig over hebben. “Als je ziet wat er vandaag de dag allemaal gebeurt in de wereld, moeten we ons vaker en beter realiseren dat vrijheid absoluut niet vanzelfsprekend is.”
Lees meer verhalen van veteranen die dit jaar en eerdere jaren in de erecouloir staan.