Veteraan Pascal Bobbe is tijdens de voorverkiezingen op 15 en 16 maart voorzitter van twee stembureaus in Den Haag. Die rol is op zijn lijf geschreven: achttien jaar lang was procedures goed naleven van levensbelang. Al ziet hij wel een klein risico. ‘Wat ik niet wil, is onbedoeld terugglijden in de rol van commandant. Want stemmen is een feestje.’
In het dagelijks leven werkt Pascal bij het Nederlands Veteraneninstituut als coördinator van het programma ‘Veteraan in de Klas’. De tweehonderdvijftig veteranen die de jeugd burgerschap en democratische waarden bijbrengen, inspireerden hem om gehoor te geven aan een oproep voor stembureauvoorzitters.
Zijn tijdelijke rol biedt Pascal een interessant kijkje achter de schermen van het democratische proces. Zo ontdekte hij dat elke kandidaat-voorzitter een persoonlijkheids- en capaciteitstest moet doen, die uitwijst of hij of zij de verantwoordelijkheid aankan. Elke kandidaat volgt ook een e-learning over de stemprocedures en wordt daarop geëxamineerd. Een draaiboek beschrijft wat er van uur tot uur van de stembureauleden wordt verwacht. Pascal: ‘Ik heb een militair voordeel. Ik ben gewend om de regels strak weg te zetten, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Je kunt ook leiderschap tonen zonder dat het een Noord-Koreaanse bedoening wordt in mijn stembureaus.’
Dat werd hem pas echt duidelijk in Uruzgan, waar hij in 2009 onder meer toezag op veilige verkiezingen. ‘De Taliban deed er alles aan om die te saboteren. Wie stemde, was zijn leven niet zeker. Een vingertop, zwart van de inkt, was genoeg om te verraden aan welke kant je stond.’ Pascal bewonderde de burgers die toch gingen stemmen. ‘Stond ik in hun schoenen, dan zou ik wel twee keer nadenken.’ Het is een cliché, vindt hij, maar waar: ‘Dat we kunnen stemmen, mogen we niet als vanzelfsprekend beschouwen. En ik vind het mooi om daar een steentje aan bij te dragen.’