Angola-veteraan John over spijt

19 maart 2019
Deel dit bericht:
'Voor ik er erg in had, werden ze beiden vermoord'.

Spijt heeft te maken met dingen anders willen doen en met zelfverwijt. Eigenlijk is het het beste om niet te streng voor jezelf te zijn en de zaken te accepteren zoals ze zijn gelopen. John Janssen (65) vertelt over zijn missie in Angola, in 1992.

Veteraan-john-janssen-artikel-checkpoint-missie-angola

‘Het was een pittige tijd in Angola. Na jaren van onafhankelijkheidsstrijd en een burgeroorlog waren er afspraken gemaakt over ontwapening. De VN was er om toe te zien op de demobilisatie van beide legers (MPLA en UNITA), de afvoer van wapens en voor wekelijkse tellingen van manschappen. Neutraliteit daarin stond voorop. Ik maakte deel uit van de United Nations Angola Verification Mission (UNAVEM II).

Op een dag was ik met enkele anderen in ons kamp in de stad Lubango. Door de afwezigheid van onze regionale commandant voerde ik het woord. Een kleine vrachtauto met een westerse priester en zijn lokale Angolese medewerker meldde zich op een gegeven moment: “We zijn in gevaar, kunnen we hier asiel krijgen?” Een vraag die ons overviel. We konden eventueel wel de priester opnemen, maar niet allebei. Als we de Angolese medewerker asiel zouden verlenen, wekten we de schijn dat de VN niet meer neutraal was. Dat heb ik ze uitgelegd. De priester besloot om zijn Angolese medewerker niet in de steek te laten en samen vertrokken ze weer.

Ze hadden ons kamp amper verlaten of ze werden door een groep mannen vermoord. Dat heeft me zeer geraakt.

Uiteraard heb ik me later afgevraagd of ik spijt had van mijn beslissing.

Maar hoe kun je spijt hebben van iets wat je niet echt in de hand hebt? Ik was onwetend over wat er daarna zou gebeuren. In die situatie probeerde ik een rationeel mens te zijn en te denken in oplossingen, maar natuurlijk speelt emotie ook altijd een belangrijke factor in je besluiten.’