Regelrechte moordaanslag

Deel dit bericht:
Het verhaal van Ted Zantvoort.

Het is 25 oktober 1993. Na zes lange maanden is Ted Zantvoorts laatste transportweek eindelijk aangebroken. ‘Alle stations hier Romeo, we gaan rijden’, volgt het voor een van de laatste keren. Al gauw draait het als vanouds. En dan gaat het gruwelijk mis.

Het audioverhaal van Ted, ingesproken door Pascal Bobbe

 

Het verhaal van Ted in tekst

 

Vijfentwintig oktober 1993. Ik sta weer vroeg op, het is koud en kil op deze maandagochtend, beetje mistig, echt zo’n typische, herfstachtige ochtend. Na zes lange maanden is onze laatste transportweek dan eindelijk aangebroken. Op 2 november gaan we naar huis! Nog zeven dagen. Ik ben net terug van verlof, daarom hebben we afgesproken dat Ron Deelen vandaag voorop rijdt. Hij heeft mij immers tijdens mijn verlof waargenomen. Laat maar zien hoe je het doet! Iedereen heeft zijn zaakjes op tijd voor elkaar en ik besluit aan de bataljonstaf toestemming te vragen voor vertrek. ‘5.0, hier 7.1R over’, klinkt het over de radio. Even later krijgen we toestemming om te gaan rijden, de routes zijn vrijgegeven.

Steady snelheid

‘Alle stations hier Romeo, we gaan rijden’, volgt het voor een van de laatste keren. De MB’s, gevolgd door de verschillende YAZ-voertuigen en de Zau draaien rechtsaf de poort uit. Zo, denk ik, lekker weg van alle beslommeringen, en aangewezen op onszelf, heerlijk! Op T-junction Buso gaan we linksaf richting Vitez. Je merkt dat het konvooi altijd eerst even moet ‘warmdraaien’, juiste afstanden, steady snelheid, radioprocedures, maar al gauw draait het weer als vanouds.

 

Inslaande kogels

Op T-junction Vitez linksaf, waar de kapotgeschoten bussen lange tijd stonden, richting Novi Travnik. Als we Novi Travnik weer uitrijden, horen we schoten. ‘Redelijk dichtbij’, zeg ik nog tegen Michael Kleibergen, mijn chauffeur. Plotseling worden we totaal verrast door iets wat ik nog niet eerder heb gezien. Iets komt met een spoor van opspattende vonken van het asfalt met hoge snelheid op ons af. Met harde klappen van inslaande kogels wordt ook onze MB een aantal keer getroffen.

‘Helm! Helm! Helm op! Rijden! Rijden!!

Alles gebeurt in een split second, maar de chaos is compleet! Iedereen is aan ‘het zenden’, dus communicatie is niet meer mogelijk. Gelukkig probeert iedereen door te rijden om zo uit het spervuur van kogels te komen. In onze vlucht passeren we een afweergeschut dat achter op een vrachtwagen is gemonteerd. Het vuurt over ons heen naar achteren. Gelukkig maar.

Verderop staat een UNHCR-vrachtwagen van het konvooi voor ons, het is tegen een rotswand tot stilstand gekomen. De chauffeur hangt over het stuur.  Even verderop, waar we ons wat veiliger wanen, stopt de MB voor me. Niet voor niets. Ron is vol geraakt en valt bijna uit de auto. Hij is zwaargewond, zo zou later blijken. Er wordt nog veel geschoten in de omgeving.

Gewonden

Even hebben we de indruk dat het geweld ons achtervolgt. We wanen ons hier helemaal niet veilig meer en stappen snel in om verder te rijden. Veel verder kunnen we definitief stoppen. Ron verzorgen is de eerste prio, maar al snel blijkt dat er veel meer gewonden zijn, negen in totaal, om maar niet te spreken over de geestelijke schade die het in de loop der jaren zal brengen.

Gelukkig hebben we de Zau bij ons en de twee gewondenverzorgers nemen de zorg voor Ron van ons over. Al snel blijkt dat niet alle voertuigen zijn aangesloten! Waar zijn ze? In de hinderlaag toch tot stilstand gebracht? Ik kan hier niet afwachten, er moet wat gebeuren, we moeten terug! Michael keert zijn MB en als door een wonder komen op dat moment de ontbrekende YAZ’s aanrijden. Iedereen compleet.

Redding

Er zijn veel gewonden. Schoten door armen, schoten door benen, schoten gevangen in het scherfvest, ja zelfs een schot door de neus van Arjan Sweeris. We besluiten direct beveiliging naar de achterkant van het konvooi te brengen, want we zijn er nog steeds niet van overtuigd dat we veilig zijn. Ik druk Ron Martens mijn videocamera in zijn handen om alles als een soort getuigenis vast te leggen. Na een tijdje keert de rust enigszins terug. Alhoewel, naast ons worden nog steeds zware mortieren afgevuurd, maar in ieder geval worden de gewonden verzorgd. Ron is volgespoten met morfine en de meeste lekke banden worden vervangen. In de verte, uit de andere richting, klinkt het gegrom van naderende zware pantservoertuigen. Warriors! De Britten! Onze definitieve redding.

Dit incident is opgenomen in het boek ‘Van Korea tot Kosovo’ van Christ Klep en Richard van Gils  en werd destijds door VN-gezant Stoltenberg bestempeld als regelrechte moordaanslag. Deze gebeurtenis in het leven van een aantal heel jonge mensen heeft hen voor altijd veranderd. Maar het is ook iets wat, of je er nu bij was of niet, een band heeft gesmeed voor het leven. Na 28 jaar zien en spreken we elkaar nog altijd regelmatig.

 

Foto header: Ron Martens