Zuidoost-Europa

5 januari 2016
Deel dit bericht:
Grensgebied Griekenland, Albanië, Bulgarije en Joegoslavië (1947-1951). Het zuidoostelijk deel van Europa is al eeuwenlang onrustig en instabiel.

Talloze partijen vochten er hun conflicten met geweld uit. In 1946 raakten het Griekse leger en communistische guerrilla’s, die vanuit Albanië, Joegoslavië en Bulgarije opereerden, slaags met elkaar. De Verenigde Naties (VN) richtten in oktober 1947 het United Nations Special Committee on the Balkans (UNSCOB) op om het conflict te volgen en vredespogingen te ondersteunen. Nederland leverde vijf militaire waarnemers.

  • 0
    Omgekomen Nederlandse militairen
  • 0
    Dapperheidsonderscheidingen
  • 2960
    Ingezette Nederlandse militairen
Foto's: NIMH

Albanië (1997-2002)

De slechte economische situatie in Albanië leidde in 1997 tot een volksopstand. Uit voorzorg besloot de internationale gemeenschap alle buitenlanders te evacueren. Nederland leverde hiervoor een marineschip en een contingent mariniers. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) stuurde een Nederlandse diplomaat naar Albanië om de hulpacties in het land te coördineren. Daarbij kreeg hij assistentie van verschillende Nederlandse militairen. Nederland droeg ook bij aan het Multinational Advisor Police Element (MAPE) en de European Commission Police Assistance in Albania (ECPA). Beide EU-politiemissies ondersteunden de hervorming van het Albanese politieapparaat.

Cyprus (1998-2001)

Nadat Griekse en Turkse inwoners van Cyprus elkaar met geweld te lijf waren gegaan, richtten de VN in 1964 de vredesmacht United Nations Peacekeeping Force in Cyprus (UNFICYP) op. UNFICYP had de ondankbare taak om de strijdende partijen op het eiland uit elkaar te houden. De VN richtte een gedemilitariseerde bufferzone in om het toezicht aan beide zijden van de confrontatielijn te vergemakkelijken. Tussen juni 1998 en juni 2001 namen meer dan 600 Nederlandse militairen deel aan deze missie.

Macedonië (2001-2006 )

In 2001 beëindigden het Macedonische regeringsleger en Albanese rebellen een gewapend conflict en sloten een akkoord waarin de rechten van de Albanese minderheid werden vastgelegd. Als tegenprestatie beloofden de rebellen hun wapens in te leveren. Een NAVO-troepenmacht met de naam Task Force Harvest zorgde voor de inname en vernietiging van de wapens. Nederland ondersteunde operatie Essential Harvest met onder meer een versterkte luchtmobiele compagnie. Waarnemers van de OVSE en de EU hielden toezicht op de uitvoering van het akkoord. In de tweede helft van 2002 leverde Nederland een brigadestaf van ruim 300 man aan NAVO-troepenmacht Task Force Fox die met de beveiliging van deze waarnemers was belast. Ook bij een aantal kleinere vervolgmissies in het land bleef Nederland militair betrokken.

Middellandse Zee (2001-2010)

Vrijwel direct na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 beriepen de Verenigde Staten zich op artikel 5 van het Verdrag van Washington (een aanval op een NAVO- lidstaat is een aanval op alle NAVO-lidstaten). NAVO-marineschepen stoomden op naar het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Daar toonden ze hun aanwezigheid, vergaarden inlichtingen en voerden boardings uit. Stapsgewijs werd de operatie Active Endeavour uitgebreid naar het hele Middellandse Zeegebied. Tussen 2001 en 2010 droeg de Koninklijke Marine met diverse schepen en onderzeeboten bij aan deze operatie.

Leestips

Meer lezen over de inzet in Zuidoost-Europa?

UNSCOB

Albanië:

  • R. Broman, ‘Mariniers als monitor’, Qua Patet Orbis nr.2 (1999) 16-23.

Cyprus:

  • E. Brouwer, ‘Babysitter in gevechtspak: Nederlanders graag gezien op Cyprus’, Legerkoerier XVIIIL (1998) 8/9, 4-7.

Macedonië:

  • R. Annink (e.a.), Task Force Fox, Nederlands contingent 2002, (s.l. [Tetovo] 2002).
  • Arthur ten Cate en Martijn van de Vorm, Callsign Nassau. Het moderne Korps Commandotroepen, 1989-2012 (Amsterdam 2012).
  • Jeoffrey van Woensel, Vrij van Explosieven. De geschiedenis van het EOCKL en zijn voorgangers, 1944-2004 (Amsterdam 2004).

Operatie Active Endeavour: