Zeker, sport verbroedert. Maar dat hebben deze sporters helemaal niet nodig. Ze zijn al met elkaar verbonden. En dat laten ze zien op de komende Invictus Games.
‘Dat ik last had van nachtmerries vond ik niet zo gek na mijn uitzendingen. Vanaf het moment dat ik me realiseerde dat ik ermee aan de slag moest heb ik verschillende vormen therapie gehad. Dankzij mijn hulphond kon ik weer slapen en kreeg ik energie voor andere dingen, zoals trainen op het MRC.’
‘Nadat ik het slechte nieuws van MS kreeg, heb ik nog vijf jaar kunnen werken. Nadat ik werd afgekeurd, moest ik op zoek naar een andere invulling. Trainen voor de Invictus Games was daar een van. Gelukkig heb ik een goede fysiotherapeut, die behoorlijk fanatiek is. Hij daagt me uit en trekt op het goede moment aan de rem. Precies wat ik nodig heb. Ik moet sporten, anders ga ik hard achteruit.
‘Tijdens mijn derde uitzending liep ik een voedselvergiftiging op, die bacterie heeft mijn lichaam veel schade toegebracht. Thuis loop ik met een stok, buitenshuis heb ik een rolstoel nodig. In 2019 kwam daar ook PTSS bij, als gevolg van die tweede missie. Sport helpt me. Ik kan mijn energie kwijt in het rolstoelbasketbal en tijdens het handboogschieten draait het om de rust in mijn hoofd.’