Meer civiele taken voor Defensie?

15 maart 2022
Deel dit bericht:
Duizenddingendoekje.

Vaccins prikken, testen op covid en genisten die een vaccinatiestraat bouwen: de krijgsmacht heeft zich tijdens de coronacrisis aardig ‘in the picture’ gespeeld. Het doet een oude discussie opnieuw oplaaien. Militair-historicus Christ Klep duikt in de materie.

De vraag is of de krijgsmacht zich meer moet richten op zijn derde grondwettelijke hoofdtaak: ondersteuning van de overheid bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp.

Positieve beeldvorming

Dat de coronabijstand positieve beeldvorming oplevert voor Defensie, is onmiskenbaar waar, hoewel het effect daarvan op de personeelswerving minder duidelijk is. Voorstanders van de inzet van Defensie benadrukken dat bij civiele crisisbeheersing de grondbeginselen van militair handelen goed van pas komen. Namelijk: eenvoud van optreden, korte bevelslijnen en daadkrachtige besluitvorming.

Ad-hoc-bijstand

Daar was brigadegeneraal b.d. Hans Damen het niet mee eens. Hij twitterde: ‘Nederland dienen, nu met het testen op corona. Geweldig dat militairen dit weer doen. Maar Defensie is geen duizenddingendoekje. Als een opleiding van een dag volstaat om een test af te nemen, kun je er ook werkloos personeel van Schiphol of KLM voor inzetten.’

Damen was niet de enige die hier zo over dacht. Criticasters vinden dat dit soort ad-hoc-bijstand het alleen maar lastiger maakte om de uitgeklede krijgsmacht weer structureel op de rails te krijgen.

In feite gaat het hier om de aloude kwestie van vraag en aanbod: voert de krijgsmacht binnenlandse bijstand uit omdat het nu eenmaal moet? Of omdat alleen de krijgsmacht deze bijstand kan en wil leveren?

Militaire ondersteuning

Tot ver in de twintigste eeuw sprong qua civiele ondersteuning vooral de ordehandhaving in het oog. Rond 1850 kenden de steden een gemiddelde van 1 agent op 3000 inwoners. Dus veegden cavaleristen, infanteristen en marechaussees regelmatig met sabel en geweer onrustige straten schoon.

Bijstandstaken

Langzaam maar zeker zette de overheid sneller naar de politie in dan militairen bij gewelddadige ordehandhaving. Deze lijn werd na de Tweede Wereldoorlog doorgetrokken. Intussen bleef de krijgsmacht op heel wat terreinen wel degelijk aantrekkelijk als duizenddingendoekje, bijvoorbeeld als strategische reserve, met name voor het geval zich grote rampen zouden voordoen,

Veiligheidspartner

De vraag blijft: wat voor soort krijgsmacht willen we? Veel deskundigen pleiten voor verdere integratie van krijgsmacht en politie om de steeds complexere veiligheidsdreigingen te lijf te gaan. Sinds 2004 is Defensie structureel veiligheidspartner bij rampen en crises.

Het zou me eerlijk gezegd niet verbazen als de slinger de komende jaren weer richting de eerste hoofdtaak van Defensie zwiept: de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied.

 

(Dit artikel is gemaakt voor de inval van Rusland in Oekraïne).