De geschiedenis van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene (GFPI) begint tachtig jaar geleden op 11 januari 1941, als de Koninklijke Nederlandse Brigade in Congleton (Verenigd Koninkrijk) wordt opgericht. De brigade wordt in augustus 1941 vernoemd naar prinses Irene: KNBPI.
Het in 1946 opgerichte Regiment Prinses Irene wordt op 1 juni 1948 door koningin Wilhelmina benoemd tot garderegiment.
De militairen van het GFPI dragen standaard het bekende oranje-blauw invasiekoord op het DT, dat de band met het Koninklijk Huis symboliseert. Het invasiekoord is een blijvend eerbetoon aan de Irenemannen van het eerste uur.
Als melodie voor het in 1992 geschreven regimentslied wordt de Prinses Irene Mars gebruikt die in 1943 is gecomponeerd door kapelmeester Lammers van het muziekkorps van de Irene Brigade. Lammers was op 14 augustus 1944 in Normandië de eerste van de brigade die sneuvelde.
Het GFPI voert zeven vaandelopschriften die verwijzen naar krijgsverrichtingen van de KNBPI en de Indiëbataljons.
Na de oorlog worden 5 bataljons van het Regiment Prinses Irene ingezet in het voormalige Nederlands-Indië. Een daarvan werd aansluitend ook op Nieuw-Guinea ingezet.
Op 10 juli 1991 worden op de thuisbasis in Oirschot het vaandel en de traditie van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene overgedragen van 13 Pantserinfanteriebataljon aan 17 Pantserinfanteriebataljon.
Na 1995 heeft het GFPI bij gedragen aan deze internationale vredesmissies: IFOR-2, SFOR-1, 5, 10, 13, 14. KFOR-2, UNFICYP, SFIR-5, EUFOR-5, ISAF Staf TFU-2, ISAf TFE-4, ISAf TFE BG-2, 9, 10, 11. ISAF Kandahar Airfield. Minusma. Acota, CIDW. RSM 2017, 2018. EFP 2019. EFP-6.