Paul en Maarten lopen de deur niet plat bij elkaar, maar zijn er op de momenten dat het ertoe doet.
‘Mijn vrouw was zeven maanden zwanger en ik dacht naïef dat ik mijn verlof precies rondom de geboorte had gepland. Maar toen werd mijn vrouw vijf weken voor de bevalling opgenomen met hoge bloeddruk. Ik moest als de wiedeweerga naar huis. Met Maarten op weg gegaan Zagreb, daar zijn we nog verdwaald. We bleken in rondjes te rijden. Gelukkig konden we de rivier volgen en vonden een brug van de Britten. In Zagreb aangekomen hoorde ik dat mijn dochter al was geboren. Dat vierden wij midden in de nacht bij een benzinestation met flesjes bier en sigaren.’
‘Het samen binnen slapen. We maakten onze kamer zo huiselijk mogelijk. Hadden een koffiezetapparaat op een timer, zodat we wakker werden met een verse bak. En in Wezep kochten we bij de slijter altijd de whisky van de maand en sigaren. En dan als mannenavond samen film kijken.’