Veteraan Sieta Koet over Soedan

7 juni 2023
Deel dit bericht:
‘Regelmatig flashbacks’

Sinds haar missie in Soedan voelt veteraan Sieta Koet zich nog altijd zeer verbonden met het land. Het nieuws rondom de huidige onlusten in Soedan volgt ze dan ook op de voet.

Wat is er aan de hand in Soedan?

‘De geweldsuitbarsting in Soedan tussen het regeringsleger van generaal Burhan en de paramilitaire groepering Rapid Support Forces (RSF) komt niet helemaal onverwacht. Er woedt al langer een strijd om de macht in Soedan. In 2021 vond er een staatsgreep plaats en sindsdien is generaal Burhan er aan de macht, maar in feite is er sindsdien geen functionerende regering.’

 

Kijk je op dat het conflict weer is opgelaaid?

‘De situatie is nu wel anders dan toen ik er in 2008 op missie was, maar ook toen was het regelmatig onrustig. Wat in die tijd ook was: ik ging altijd lopend van ons hoofdkwartier naar het huis waar we verbleven. Dan werd er regelmatig een gebaar naar mij gemaakt van ‘ik snij je keel door’.’

 

Hoe ging je hiermee om?

‘Ik ben nooit echt bang geweest. Door mijn leeftijd, ik was toen al 55 jaar bracht ik de nodige levenservaring met me mee. Je moet gewoon goed kijken, opletten hoe mensen reageren. Je ziet snel genoeg of er iets aan de hand is. Ik acht altijd: “Hup, praten met de mensen.” Dat is het werk, alleen door te praten en te luisteren kom je van alles te weten. Op die manier wist ik vaak snel het vertrouwen van de bevolking – en speciaal de vrouwen – te winnen. Na twee dagen werd ik al ‘tante’ genoemd.’

 

Wat doen de beelden van het conflict met je?

‘Mijn missie was één groot avontuur en heeft een onuitwisbare indruk gemaakt. Daarom voel ik me nog altijd zeer betrokken bij het land en volg ik iedere dag het nieuws over Soedan. Ik wil alles weten en lees alles wat los en vast zit. Ik heb nu regelmatig flashbacks aan mijn missie, bijvoorbeeld aan de nauwe straatjes, de hitte en de rommel die je overal ziet liggen.’

 

Vraagt u zich weleens af wat de zin van uw missie was?

‘Die vraag krijg ik wel vaker en dan is mijn antwoord elke keer dat ik de wereld niet kan veranderen. Ik kan alleen mijn best doen, met wat in mijn vermogen ligt. Ik heb ik tijdens die missie veel aandacht gehad voor de vrouwen. Als ik het gesprek met het dorpshoofd had afgerond, zei ik altijd: “Who is the representative of the women?”. Soms zat er dan in no time een hele kring vrouwen om mij heen en ging het over zaken als zwangerschap, geboorten en soa’s. Ik heb nooit de illusie gehad dat ik de wereld kon veranderen, maar ik wilde dat de vrouwen in Soedan meer aandacht zouden krijgen en dat is gelukt.’