Tijdens een konvooi van Kandahar naar Uruzgan redde Martijn het leven van een Afghaanse collega. Voor zijn optreden ontving hij het Kruis van Verdienste. Hij staat niet graag in de belangstelling, maar wil wel graag vertellen dat militaire basisvaardigheden echt belangrijk zijn.
‘Als Technische Dienst kwam je eigenlijk niet buiten de poort. Maar in Afghanistan gebeurde dat wel, omdat er nogal wat kapot ging door de slechte wegen. Dan werd er ’s nachts op mijn deur geklopt met de vraag of ik een omgevallen Bushmaster wilde bergen. Wij reden ongepantserd rond, met alleen een helm en scherfvest en scherfdekens in de cabine.’
‘Op 13 juli 2008 liepen we in een hinderlaag. Op een gegeven moment viel op twintig meter afstand van onze wagen een mortiergranaat. Tegelijkertijd werden we ook beschoten. Ik was op dat moment de bijrijder en vanuit het voertuig schoot ik mijn Diemaco leeg. Ik dacht: als ik schiet, dan schieten zij niet.’
‘De Afghaanse bestuurder was geraakt. Toen ik bij de achterkant van de truck was, ging de deur van de cabine open en viel de Afghaanse bestuurder naar beneden. Hij was in zijn hoofd geraakt, ik kon zijn hersenen zien zitten, maar hij leefde nog. De wond werd schoongemaakt, waarna we hem hebben verbonden. Ik was ook opgeleid als Combat Life Saver, dus wist wat ik moest doen. Hij is afgevoerd en ik heb gehoord dat hij het heeft overleefd.’
‘Ik heb gelukkig niks overgehouden aan die tijd en heb een heel mooie uitzending gehad. Je wordt er zoveel wijzer van en beseft hoe goed we het hier hebben. Wij gaan er maar van uit dat er water uit de kraan komt. Dat is in Afghanistan wel anders.’