Ze voelen zich geen veteraan en al helemaal geen held. Daarnaast zijn ze gewoon druk met werk en gezin. En dan is er nog de generatiekloof. Waarom lukt het maar niet om verschillende generaties veteranen met elkaar te verbinden? Gastredacteuren Anne-susan (31) en Jordy Hilt (35) gingen in gesprek met Paul Hoefsloot (57) en Hans van Griensven (61). Een aantal uitspraken.
Anne-susan: ‘Hoe hoor ik me te voelen als veteraan? Ik heb geen idee.’
Paul Hoefsloot: ‘Denk je dat Indiëveteranen zich een held voelden toen ze terugkwamen in Nederland? Ik denk niet dat ze zich ooit zo hebben gevoeld.’
Jordy Hilt: ‘Het is wel zo dat in de media oudere veteranen vaak als echte helden worden geportretteerd. Daar identificeer ik me niet mee.’
Hans van Griensven: ‘Ik vind het trouwens niet gek dat het grote publiek bij het woord veteraan aan oude mannen denkt in een blauwe blazer, grijze broek en een rits medailles op de borst. Vroeger ging je voor het leven het leger in en mocht je jezelf pas veteraan noemen als je aan de voorwaarden voldeed én de dienst had verlaten, dus vaak vanaf 55 jaar.’
Jordy Hilt: ‘Ik heb een keer meegelopen in het defilé en ik voelde me bijna een circusact met al die mensen die maar foto’s van ons maakten. Ook het applaus voelde niet als voor mij.’
Anne-susan: ‘Ik heb gewoon gedaan wat er moest gebeuren. Daar was niets stoers of heldhaftigs aan. Ik ben geen held.’
Jordy Hilt: ‘Jonge veteranen hebben geen podium. Het zijn altijd the usual suspects die je terugziet in campagnes en interviews. Ik heb helemaal geen zin om met hen te concurreren.’