Afgelopen weekend nam Maurits Huijbrechtse, onderzoeksassistent bij het Expertisecentrum van het NLVi, deel aan het jaarlijkse congres van The Society For Military History in Arlington, Virginia. Hij gaf daar de lezing ‘The Dutch Connection: Dutch Marines in the United States, Indonesia and beyond 1943- 1950’. Voor zijn lezing heeft Maurits onder andere gebruik gemaakt van de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen (ICNV).
Het congres vond plaats in Arlington. Op de beroemde Arlington National Cemetery liggen vier Nederlandse militairen begraven. Twee van hen waren mariniers. Hoe kwamen zij in de Verenigde Staten (VS) terecht?
Na de nederlagen in Nederland en in voormalig Nederlands-Indië tegenover de Duitsers en de Japanners werd er door de Nederlandse regering in ballingschap gezocht naar een manier om een bijdrage te leveren in de strijd tegen Japan. Het Amerikaanse Korps Mariniers was het perfecte voorbeeld daarvoor. Vanaf 1943 werden Nederlandse mariniers opgeleid in de VS. Ondertussen werd in Engeland hard gewerkt aan de opbouw van de Prinses Irene Brigade. De Brigade kwam mannen tekort, honderd mariniers waren de perfecte kandidaten om dit gat op te vangen. Met de honderd mariniers kon de Brigade deelnemen aan de bevrijding van Europa.
Met het begin van de bevrijding van Nederland in september 1944 kwam er een stroom oorlogsvrijwilligers op gang voor de strijd tegen Japan. Snel na aankomst in de Verenigde Staten werden zij ingehaald door de realiteit: Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Twee dagen later riepen de Indonesische nationalisten de onafhankelijkheid uit van Indonesië. Hiermee veranderde de vijand en het type oorlog.
De Mariniersbrigade werd bij elkaar gebracht terwijl de meeste van hen enkel hun basisopleiding hadden voltooid. Voor de mariniers aan de Onafhankelijkheidsoorlog konden deelnemen moesten de meesten van hen wachten in het huidige Maleisië. Daar kregen de mariniers jungle-training van Brits-Indische troepen die in het huidige Myanmar hadden gevochten.
Terwijl de mariniers in de Maleisische jungle aan het trainen waren werden de Britten in Surabaya geconfronteerd met de gewelddadige kant van de Indonesische revolutie. De mariniers namen vanaf maart 1946 posities over van de Britten. Er werd Britse artillerie overgenomen door de mariniers; opnieuw kregen ze een opleiding door Brits-Indisch veteranen.
In de bespreking van de strijd wordt de Mariniersbrigade succesvoller voorgesteld dan andere Nederlandse eenheden. Dit succes wordt vaak gelinkt aan de Amerikaanse training. De Britse connectie van de Mariniersbrigade wordt daarbij vergeten. De Mariniersbrigade bleek bij de Amerikaanse toehoorders onbekend.