Het Nederlands Veteraneninstituut en het Memorial Center in Srebrenica willen intensiever samenwerken aan het herdenken en gedenken van de genocide en misdaden tegen de menselijkheid die in Srebrenica hebben plaatsgevonden in 1995.
Hiertoe hebben zij maandag 19 februari een Memorandum van Overeenstemming ondertekend. Dat gebeurde door de voorzitter van de raad van bestuur van het Srebrenica Memorial Center, Hamdija Fejzić en brigadegeneraal en directeur-bestuurder van het Nederlands Veteraneninstituut, Paul Hoefsloot en in aanwezigheid van onder andere Munira Subašić (voorzitter van Mothers of Srebrenica Association), Derk Zwaan namens Dutchbat III, Nederlands ambassadeur Henk van den Dool en Emir Suljagić (directeur Srebrenica Memorial Centre).
Het Srebrenica-Potocari Memorial Center, Memorial and Cemetery for the Victims of 1995 Genocide en het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) werken al een aantal jaren nauw samen. Paul Hoefsloot zegt over de meerwaarde van het MvO: ‘Het Memorandum vormt een belangrijke basis voor het verder ontwikkelen van een gelijkwaardige en respectvolle samenwerking tussen onze organisaties. Het is een essentiële bekrachtiging van het belang van onze samenwerking.’ Emir Suljagić vult aan: ‘Ook al komen we van verschillende landen en culturen, we hebben één ding gemeen: deze plek. Ik ben zo blij dat we hier nu zijn.’
Sinds 2022 organiseert het NLVi, in opdracht van het ministerie van Defensie, terugkeerreizen naar Bosnië voor Dutchbat III-veteranen en hun thuisfront. Paul Hoefsloot: ‘Door deze reizen kunnen Dutchbat III-veteranen en hun partners terugkeren naar de voormalige missiegebieden. Hier kunnen zij hun herinneringen en ervaringen delen, rouwen en verwerken. De terugkeerreizen spelen een belangrijke rol in het verwerkingsproces en bevorderen veerkracht en heling bij degenen die zijn getroffen door de tragedie van Srebrenica. Het NLVi werkt samen met verschillende partners en organisaties om deze terugkeerreizen te faciliteren en ervoor te zorgen dat deelnemers de benodigde ondersteuning en begeleiding krijgen tijdens hun reis naar Srebrenica. Daarbij is de samenwerking met het Srebrenica Memorial Center én de lokale bevolking, zoals de moeders of vrouwen van Srebrenica van groot belang.’
Zowel het Srebrenica Memorial Center als het NLVi is verheugd dat deze samenwerking met het MvO verder wordt geformaliseerd en geïntensiveerd. Want de terugkeerreizen betekenen op hun beurt ook veel voor de bevolking van Srebrenica: Door gezamenlijk te herdenken en gedenken, wordt steun geboden aan alle slachtoffers van de genocide in Srebrenica en hun nakomelingen. Zo faciliteren we beiden bijvoorbeeld de dialoog tussen de vereniging van moeders/vrouwen van Srebrenica en veteranen van het Nederlands VN bataljon en hun familieleden tijdens de terugkeerreizen. Munira Subašić sprak namens de Moeders van Srebrenicia: ‘Lets learn learn, learn and never forget.’