Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en het Nederlands Veteraneninstituut ontvangen steeds meer hulpvragen van kinderen van oorlogsslachtoffers. ‘Leyden Academy on Vitality and Ageing’ deed daarom onderzoek naar de behoeftes van deze naoorlogse generatie. De onderzoekers zochten antwoorden op vragen als: wat zijn hun hulpvragen en wat maakt deze specifiek voor deze doelgroep? En hoe zou een passend hulpaanbod eruit kunnen zien?
Jolanda Lindenberg, onderzoeker bij Leyden Academy: ”Veel geïnterviewden worstelen met kwesties die raken aan heel fundamentele vragen zoals: heb ik recht op geluk en plezier? Doet mijn lijden ertoe? En hoe kan ik de ervaringen van mijn ouders goedmaken? Dit soort vragen kunnen zwaar op mensen drukken, en ertoe leiden dat zij vastlopen.”
Uit het onderzoek komen allerlei behoeftes en hulpvragen naar voren. Van informatie, kennis, specifieke zorg voor problemen in het dagelijks leven tot fysieke en vooral psychische klachten. Ook stelden zij vragen over hun herkomst en over hun ervaringen en achtergrond in relatie tot die van anderen. Centraal staat het thema herkenning en erkenning.
Mensen uit de naoorlogse generatie zoeken vaak pas op latere leeftijd hulp. Meestal kloppen zij eerst aan bij reguliere zorg, zoals een huisarts of psycholoog. Het merendeel kwam uiteindelijk terecht in de specifieke hulpverlening en gaf aan hier ook sterk behoefte aan te hebben.
Wat helpt is een specifieke benadering, met kennis en kunde met betrekking tot oorlogservaringen en cultuurspecifieke aspecten (zoals normen, waarden en gebruiken) zodat het voelt als ‘thuiskomen’.
De resultaten van het onderzoek worden besproken met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Neem voor vragen contact op met Jolanda Lindenberg. Klik hier om het onderzoeksrapport te bekijken.