Promotieonderzoek veteranenbeleid Theo van den Doel
De overheid heeft lange tijd weinig empathie getoond voor fysiek en/of psychisch beschadigde militairen. Dat blijkt uit promotieonderzoek van kolonel b.d. Theo van den Doel. Vanuit het ministerie van Defensie werd elke casus door een juridische bril bekeken. Inmiddels is de veteranenzorg enorm verbeterd, maar komt het beleid niet altijd overeen met de uitvoering in de praktijk. De promotieplechtigheid vond plaats op 26 januari en het Nederlands Veteraneninstituut was aanwezig bij de verdediging van het eerste proefschrift ooit naar veteranenbeleid.
‘De overheid heeft een zorgplicht voor haar militairen. Die zorgplicht is gebaseerd op de grote risico’s die militairen lopen bij de uitoefening van hun beroep. Die zorgplicht wordt door de overheid weliswaar erkend, maar desondanks is zij in de nakoming ervan regelmatig tekortgeschoten’, zegt Van den Doel. Het gaat hierbij niet alleen om de Indië-veteranen, maar ook de Libanon-veteranen en de nazorg voor Dutchbat III (Srebrenica).
Het onderzoek beslaat de periode 1945-2015. Van den Doel onderzocht in hoeverre de overheid haar zorgplicht nakwam bij een zestal missies: Nederlands-Indië, Korea, Libanon, Srebrenica, Irak en Uruzgan. ‘De veteraan voerde een gevecht tegen de bureaucratie waardoor het soms wel twintig tot dertig jaar kon duren voordat hij in het gelijk werd gesteld’, zegt Van den Doel. Een protocol voor het vaststellen van psychisch opgelopen schade werd pas in 2008 vastgesteld.
Lees verder op de website van de Universiteit van Leiden en houd Checkpoint 3 (uitgave eind april) in de gaten voor een interview met Theo van den Doel.