Op 11 september 2001 voerde Al Qaida met gekaapte vliegtuigen aanslagen uit in Washington en New York. Hierop beriepen de Amerikanen zich op hun recht op zelfverdediging. Eind 2001 werd samen met Britse en Australische troepen de aanval geopend op Afghanistan: operatie ‘Enduring Freedom’. Het Taliban-regime bood Al Qaida namelijk onderdak in Afghanistan. Het Taliban-regime werd ten val gebracht, maar in grote delen van Afghanistan bleven zij, en met hen verbonden strijdgroepen, doorgaan met de strijd.
Nederland stelde tussen 2002 en 2006 meerdere fregatten en onderzeeboten, patrouille- en transportvliegtuigen, F-16’s en een tankvliegtuig beschikbaar voor operatie Enduring Freedom. Tussen april 2005 en april 2006 was in de provincie Kandahar ook de Special Operations Task Group Afghanistan actief. Deze taakgroep bestond uit leden van het Korps Commandotroepen en special forces-teams van het Korps Mariniers. Hun taak was het uitvoeren van verkenningen en het verzamelen van inlichtingen.
In 2002 ging Nederland met ongeveer 200 militairen deelnemen aan de International Security Assistance Force (ISAF). Een vredesmacht die door de NAVO werd geleid. Met het doel om de wederopbouw van Afghanistan te steunen. Ondanks de val van het Taliban-regime en het aantreden van een nieuwe Afghaanse regering bleef de veiligheidssituatie moeilijk. Het mandaat voor de vredesmacht werd daarom in de jaren 2004-2006 stap voor stap uitgebreid tot heel Afghanistan. Nederland leverde in deze periode een aantal luchtmacht-eenheden en een Provinciale Reconstructie Team. Om ISAF tijdens de Afghaanse verkiezingen te versterken, stelde Nederland in september 2005 een mariniersbataljon beschikbaar.
In april 2006 stuurde Nederland een Deployment Task Force naar Afghanistan om twee kampen in de provincie Uruzgan te bouwen. Vanuit daar was vanaf augustus 2006 tot augustus 2010 de Task Force Uruzgan (TFU) actief. Naast de TFU bestond er gelijktijdig een Nederlandse Air Task Force. Deze bestond uit Nederlandse transport- en gevechtshelikopters, F-16’s en transportvliegtuigen.
De missie in Uruzgan begon vrij rustig, maar kreeg vanaf 2007 steeds meer kenmerken van een vechtmissie. In deze jaren kwamen 19 Nederlandse militairen door gevechtshandelingen om het leven. Het totale aantal in Afghanistan omgekomen Nederlandse militairen steeg in 2010 tot 25. Tussen juli 2010 en april 2011 zorgde een Redeployment Task Force voor het terughalen van het Nederlandse materieel uit Afghanistan.
Na het vertrek van de Nederlandse troepen uit Uruzgan in 2010 bleef de Nederlandse krijgsmacht in Afghanistan actief via een Politie Trainingsmissie in Kunduz (2011-2013), het al aanwezige detachement F-16’s (tot in 2014) en de deelname aan internationale hoofdkwartieren.
Vanaf 1 januari 2015 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support. Deze missie had tot doel de Afghaanse politie en het Afghaanse leger verder op te bouwen, zodat die op de langere termijn zelfstandig de veiligheid in het land zouden kunnen handhaven. De deelname eindigde met de terugtrekking van de laatste Nederlandse militairen, eind juni 2021. Aan Resolute Support namen ongeveer 150 militairen deel. Het ging om adviseurs, medisch personeel, een transporteenheid (inclusief beveiliging), een logistieke eenheid en stafofficieren.
Een bijzondere missie was die van Nederlandse special forces. Van 2018 tot eind april 2021 adviseerden, trainden en begeleidden Nederlandse special forces drie jaar lang een speciale Afghaanse eenheid in Mazar-e-Sharif. De Nederlandse special forces werkten hierbij nauw samen met Duitsland.
In februari 2021 kwamen de Verenigde Staten en de Taliban overeen dat de Amerikaanse- en NAVO-troepen Afghanistan in mei zouden verlaten. De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden maakte echter bekend dat de laatste Amerikaanse militairen het land in september 2021 zouden verlaten. De spanningen liepen hierdoor sterk op. Nederland stuurde in april 2021 een detachement van 80 man om de terugtrekking van de Nederlandse militairen te beveiligen. Daarnaast vertrokken er ook negen militaire specialisten naar het land. Zij verzorgden met het al aanwezige logistieke personeel de zogenoemde redeployment van militairen en materieel. De terugtrekking verliep vlotter dan gedacht. Eind juni 2021 waren de laatste uitgezonden militairen terug in Nederland. Met het vertrek van de laatste Nederlandse militairen kwam een eind aan twintig jaar Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan. Het was de langstlopende missie die Nederland tot nu toe heeft uitgevoerd.
De terugtrekking van de Westerse troepen uit Afghanistan kreeg overigens een wrange finale door de razendsnelle opmars van de Taliban en de inname van de hoofdstad Kabul op 15 augustus 2021. Er ontstond een chaotische situatie waarin niet alleen Westerse diplomaten en militairen het land probeerden te verlaten, maar ook Afghanen die met de westerse militairen hadden samengewerkt. Van 18 en 26 augustus voerde Nederland 32 evacuatievluchten uit. Aan boord waren meer dan 2.500 personen van wie meer dan 1.600 de bestemming Nederland hadden. Onder wie een aantal Afghanen en hun gezinnen die voor Nederland had gewerkt, zoals tolken, bewakers, judiciële medewerkers, koks en chauffeurs. Helaas lukte het niet om iedereen die daarvoor in aanmerking kwam tijdig te evacueren.
Meer lezen over de inzet in Afghanistan?
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl
Om dit interview te beluisteren wordt u omgeleid naar veteranenvertellen.nl