Beroering in de Bihać-pocket

16 oktober 2023
Deel dit bericht:
Het vergeten bataljon.

Begin jaren negentig leverde de landmacht met het verbindingsbataljon een unieke bijdrage aan de missie UNPROFOR in voormalig Joegoslavië. In de Bihać-pocket kreeg de Nederlandse verbindingseenheid het flink voor de kiezen.

Peter:

‘UNPROFOR bestond uit ongeveer 36 bataljons uit verschillende landen die de strijdende partijen in voormalig Joegoslavië uit elkaar moesten houden. Nederland stelde een verbindingsbataljon ter beschikking.
Bij ieder van de 36 bataljons werd een verbindingscentrum ingericht, een zogenoemde comcen, dat uit ongeveer tien Nederlanders bestond.
In veel van de sectoren maakten de jongens niet veel mee, maar er waren ook gebieden waar hevig strijd werd gevoerd. Bijvoorbeeld in de Bihać-pocket, waar het Franse bataljon was gelegerd.
De veiligheidssituatie in de Bihać-pocket was behoorlijk diffuus. Het was een Bosnische postzegel, ingesloten door Servië en Kroatië, waar twee Bosnische groepen elkaar bevochten. Er werd continu geschoten in onze omgeving, waardoor we nauwelijks van het kamp afkwamen en helm en scherf- vest droegen.

Ik zie ons toch wel een beetje als een vergeten bataljon. Maar weinig mensen weten dat wij daar gezeten hebben en zeker niet dat de omstandigheden soms echt lastig waren.’

Henri:

 

‘Ik heb op drie plekken gezeten: in Topusko, in de Bihać-pocket en in Kiseljak op het hoofdkwartier van het Bosnia-Herzegovina Command (BH-Command). Door de omstandigheden waren we heel sterk op elkaar aangewezen, waardoor het contact tussen de Nederlanders heel intens was en we een hechte groep werden. Uiteindelijk werden we als verbindingsbataljon overbodig en heb ik nog een paar keer als chauffeur van een viertonner allerlei materiaal naar Zagreb mogen brengen. Dat waren bijzondere ritten, omdat je nooit wist hoe de Serviërs zouden reageren bij de vele checkpoints.’

Fritz:

 

‘In de omgeving van de Bihać-pocket werd er constant gevochten, waardoor we nauwelijks het kamp af konden. Ik mocht een keer de post ophalen in Zagreb en ben een keer op 72-uursverlof geweest. Verder konden en mochten we niet heel veel buiten het kamp.
We maakten daar bijna dagelijks beschietingen mee. Dat deed me wel wat en ik heb er nooit aan kunnen wennen. Na de shift een paar biertjes drinken en wat televisie kijken; veel meer was er niet.
Ik had getekend om iets te kunnen doen voor andere mensen, maar daar kwam niets van terecht. We konden en we mochten niets doen! Ook de beelden van mensen en kinderen die om en rond het kamp hingen en de verwoestingen die er waren, staan nog altijd op mijn netvlies.’

Meer weten over  het verbindingsbataljon? In de podcast Voor Altijd Verbonden volgt Maranke, dochter van Hans Vermaas, de eerste commandant van het 1 (NL) UN Signal Battalion dat in april 1992 naar Kroatië, Bosnië en Servië ging, in 8 afleveringen de sporen van het verbindingsbataljon.

Er werden ruim twintig veteranen geïnterviewd over hun ervaringen in Kroatië en Bosnië.