Politieke affaires

16 oktober 2023
Deel dit bericht:
Herrie in Den Haag

Bonje tussen de militaire en politieke top is van alle tijden. Onkunde, budgetoverschrijdingen, ordinaire ruzies en gewetenswroeging. Het komt in de beste kringen voor, ook bij Defensie. Vier affaires die veel stof deden opwaaien.

1. De Helmenaffaire

In de jaren vijftig besloot de toenmalige staatssecretaris voor Oorlog, Ferdinand Kranenburg, om een grote order voor nieuwe helmen voor het leger te gunnen aan de Vereenigde Blikfabrieken. Van legermaterieel hadden ze weinig verstand: in maar liefst 256.000 helmen zaten haarscheurtjes. 40 procent van de helmen werd afgekeurd. Van de in eerste instantie goedgekeurde helmen kon driekwart later alsnog bij het vuilnis worden gezet. Ook werden 280.000 gasmaskers niet bestand tegen nieuwe (zenuw)gassen. Van 16.691 paar gevechtsschoenen lieten de zolen los.

 

2. De Generaalsruzie

Begin jaren zeventig was er grote onvrede over allerlei veranderingen binnen de krijgsmacht. Een van de veranderingen was dat dienstplichtige militairen meer vrijheden kregen. Zo werd de groetplicht afgeschaft, en toen weer niet, en toen weer wel. En soldaten mochten voortaan lang haar hebben. Het gevolg was dat de Nederlandse krijgsmacht de reputatie kreeg van ‘hippieleger’. Toen de stofwolken van het conflict waren neergedwarreld, bleek dat de Generaalsruzie minstens vijf generaals de das had omgedaan. Niemand werd ontslagen. Ze stapten alle vijf zelf op.

 

3. De Walrusaffaire

De nieuwe onderzeeboten van de Walrusklasse waren wel héél duur geworden. Er moest voor vier boten uiteindelijk zo’n twee miljard gulden worden afgerekend, terwijl ze waren begroot op ruim 120 miljoen gulden per stuk. Wat was er gebeurd? De oorspronkelijke opdracht aan de bouwer, de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM), was het doorontwikkelen van de bestaande Zwaardvisklasse. Maar in de loop van de tijd werd een compleet nieuwe boot ontworpen wat leidde tot gigantische kostenoverschrijdingen. De Tweede Kamer werd daarover door de Admiraliteitsraad bewust niet geïnformeerd. Na een vernietigend rapport van de Algemene Rekenkamer werd de top van de marine vervangen.

 

4. ‘De lachende generaal’ stapt op

Arie van der Vlis stond bekend als ‘de lachende generaal’, vanwege de vriendelijke manier waarop hij met mensen omging. Toen de politiek beslissingen nam waar hij niet achter stond, nam hij in 1994 ontslag als chef-Defensiestaf. In 1993 werd besloten de net opgerichte Luchtmobiele Brigade naar Srebrenica te sturen. Hij vond dat Dutchbat te licht bewapend was en niet goed voorbereid om de moslimenclave te beschermen. De druppel die voor Van der Vlis de emmer deed overlopen was het regeerakkoord waarin werd voor bijna 1 miljard gulden op Defensie bezuinigd. Dat kwam nog eens boven op de bezuinigingen als gevolg van de Defensienota van 1991 en de Prioriteitennota van 1993.