Zaterdag 1 juni was er een bijzondere bijeenkomst bij het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) in Doorn. Er werden moeilijke gesprekken gevoerd zodat we van elkaar kunnen leren.
Tijdens een symposium over de Nederlandse en Bosnische Samenwerking, Terugkeerreizen Dutchbat III gingen veteranen en hun relatie, een delegatie uit Bosnië en toegewijde reis(bege)leiders in een sfeer van verbondenheid en respect met elkaar in gesprek en deelden ervaringen tijdens de terugkeerreizen. De rijke banden die zijn gesmeed werden deze dag gekoesterd en versterkt.
Een aantal Bosnische overlevenden en nabestaanden van het drama in Srebrenica in 1995 waren te gast bij het NLVi. Het zijn de mensen die de Dutchbat III-veteranen tijdens hun terugkeerreizen naar Bosnië ontmoeten: de Moeders van Srebrenica, onder aanvoering van Munira Subasić, Emir Suljagić, Amra Begić Fazlić en Azir Osmanović van het Srebrenica Memorial Center en de oprichter van Snaga Zene, de arts Branka Antić Stauber.
“Pas als je het verleden onder ogen kunt zien, kun je naar de toekomst kijken. ”
Alle sprekers benadrukten op hun eigen manier dat het nodig is om te blijven vertellen wat er is gebeurd tijdens de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië. Dat de genocide hééft plaatsgevonden, en dat die niet pas in 1995 begon. Dat het belangrijk is moeilijke gesprekken met elkaar te blijven voeren, om de pijn in de ander te herkennen. En om in het reine te komen met de geschiedenis. Pas als je het verleden onder ogen kunt zien, kun je naar de toekomst kijken. Het is een bijzondere dag. Een dag van veerkracht, strijdbaarheid, verbinding herkenning. De emoties golven door de zaal, ieder heeft zijn eigen herinneringen, sommigen worden er weer door overmand. Maar er heerst ook optimisme. Het is ieders overtuiging dat je vertrouwen moet hebben in de toekomst, al is het maar omdat je je kinderen zonder haat in hun harten wilt opvoeden.
“Ik heb tijdens de terugkeerreis een rugzakje achter kunnen laten.”
Dat de terugkeerreizen hun doel dienen is duidelijk. Inmiddels zijn er zo’n tweehonderd Dutchbat III-veteranen mee geweest, al dan niet met hun thuisfront. Sommige veteranen zien er tegenop om terug te gaan naar Bosnië. Ze zijn bang voor de pijnlijke herinneringen die het kan oprakelen. En dat gebeurt ook vrijwel altijd. Maar het werkt ook bevrijdend. Zoals een van de Dutchbat III-veteranen Bart Hetebrij zegt: ‘Ik heb er een rugzakje achter kunnen laten.’
De veteranen hebben tijdens de terugkeerreis ook altijd een ontmoeting met een aantal van de Moeders van Srebrenica. Op de bijeenkomst 1 juni vertelden de moeders over hún missie. Munira Subasić is de drijvende kracht en het gezicht van de moeders. Ze verloor haar man en zoon in de burgeroorlog. Ze strijdt onvermoeibaar voor de waarheid en internationale erkenning van de genocide. De relatie tussen de Dutchbatters en Moeders van Srebrenica verliep in het begin van de terugkeerreizen moeizaam.
Beide partijen voerden een eigen strijd, welke in de kern met elkaar verbonden is. Zoals Bart Hetebrij het tijdens het symposium zo mooi verwoorde: ‘Hoewel er een verband is tussen het leed van de Bosniërs en de militairen, kan geconstateerd worden dat erkenning voor beide groepen aan de hand van verschillende criteria verdeeld werd. Dit had invloed op hoe de nabestaanden tegen ons aankeken en ook andersom hoe wij tegen hen aankeken. We hadden meningen over elkaar, zonder met elkaar in gesprek te gaan. Maar voor heling van jezelf heb je de ander nodig en de ander jou: “Cured, you’re fixed; healed, you’re reconnected.”
De terugkeerreizen voorzien dan ook in het faciliteren van het gesprek aan beide kanten. Zo werken het Srebrenica-Potocari Memorial Center en het NLVi nauw met elkaar samen aan het herdenken en gedenken van de genocide en misdaden tegen de menselijkheid die in Srebrenica hebben plaatsgevonden in 1995. Onlangs onderstreepten zij deze samenwerking onlangs met de ondertekening van een Memorandum van Overeenstemming. Paul Hoefsloot, directeur NLVi zegt over de meerwaarde van het MvO: ‘Het Memorandum vormt een belangrijke basis voor het verder ontwikkelen van een gelijkwaardige en respectvolle samenwerking tussen onze organisaties. Het is een essentiële bekrachtiging van het belang van onze samenwerking.’ Tijdens het symposium werden de banden tussen beide partijen nog eens goed aangehaald. De veteranen en de moeders zoeken elkaar op, wisselen herinneringen uit. Ze delen de overtuiging dat het verhaal over de genocide verteld moet blijven worden.
Het radioprogramma De Publieke Tribune, gepresenteerd door Coen Verbraak, werd zaterdag 1 juni uitgezonden vanuit het NLVi. Verbraak sprak met veteranen over de terugkeerreizen naar Bosnië. Hoe is het voor hen om oog in oog te staan met hun donkerste herinneringen? En welke emoties en herinneringen worden opnieuw opgeroepen als ze de grond betreden waar het allemaal gebeurde? Te gast waren Derk, Eelco, Mariska, Antoon, Corrie (DBIII en thuisfront) en Eric Vermetten. Luister hier de aflevering van De Publieke Tribune.
Meer weten? Bekijk hier alle informatie over Terugkeerreizen.
Checkpoint was ook aanwezig tijdens het symposium. Lees hier het Checkpoint verslag.