De bereidheid tot vechten
Uit onderzoek in 64 landen blijkt dat 61% van de ondervraagden (burgers) bereid is te vechten voor hun land. Maar regionale verschillen zijn groot. Slechts 15% van de Nederlanders zegt zo nodig de strijd aan te willen gaan. Hoe zit dat bij veteranen?
37%
Van de deelnemers aan het onderzoek Kerngegevens Veteranen zei gevechtservaring te hebben: ze zijn doelwit van gericht geweld geweest of hebben zelf doelgericht geweld toegepast tijdens een missie.
Uit onderzoek onder ruim 2000 Nederlandse veteranen bleek dat:
48,2% van de beroepsmilitairen tijdens hun dienstplichttijd bereid was om te vechten. 39,7% van de dienstplichtigen bereid was te vechten. 54,3% van de beroepsmilitairen na hun dienstplichttijd bereid was om te vechten.
WO II-miltairen
Onderzoek maakt aannemelijk dat tijdens WO II bleek dat slechts 15% tot 25% van de Amerikaanse soldaten tijdens een vuurgevecht gericht op de vijand schoot; het grootste deel schoot in de lucht.
Veteranen met gevechtservaring nemen vaker deel aan bijeenkomsten voor veteranen, zoals een reünie of een veteranendag, dan veteranen zonder gevechtservaring.
3 op de 10 veteranen met gevechtservaring denken minimaal één keer per week terug aan de uitzending, bij veteranen zonder gevechtservaring is dat één op de tien.
4500
In totaal zij n er circa 4500 insignes voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden (Gevechtsinsigne) uitgereikt, vanaf 1 juni 2001.