25 jaar geleden: operatie Support Democracy

13 november 2018
Deel dit bericht:
Op missie naar Haïti.

De slavenbevolking van het Caraïbische eiland Haïti riep na een succesvolle opstand tegen Frankrijk in 1804 de onafhankelijkheid uit. Een lange periode van burgeroorlogen en armoede volgde. Na een reeks van stakingen en rellen verliet de toenmalige dictator ‘Baby Doc’ Duvalier in 1986 het land en begon een kwetsbaar democratiseringsproces.

De bevolking koos in 1990 de linkse priester Jean-Bertrand Aristide tot president. Zijn eigenzinnige democratiserings- en hervormingsbeleid stuitte de Haïtiaanse elite echter tegen de borst. In oktober 1991 zette het leger hem af. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) probeerde met een handelsverbod en diplomatieke druk de terugkeer van Aristide te verwezenlijken. De VN-Veiligheidsraad bekrachtigde het OAS-embargo op 16 juni 1993. Op 13 oktober begon operatie Support Democracy.

Gedurende deze operatie zag een internationaal vlootverband onder operationeel bevel van de VS toe op de handhaving van het embargo.

Nederlandse bijdrage

Ook Nederland droeg bij aan operatie Support Democracy. Het stelde een fregat en een P-3C Orion-patrouillevliegtuig beschikbaar. De bemanning van Hr.Ms. Bloys van Treslong (o.l.v. kapitein-luitenant ter zee jhr. R.A. Snouck Hurgronje), dat bezig was aan zijn Westterm, kreeg begin november 1993 opdracht om naar Haïti te varen om schepen te controleren op hun vracht. “Wat je dan doet: het eiland wordt eigenlijk omsingeld en dat wordt in vakjes gedeeld, een soort eerste- en een soort tweedelijns, en alles wat binnenkomt wordt gecontroleerd, ondervraagd en indien nodig gaan ze [het boarding team van het Korps Mariniers] aan boord”, aldus een van de opvarenden van de Bloys van Treslong. Het schip ondervroeg een groot aantal schepen en voerde bij een enkel schip ook daadwerkelijke een boarding uit. De Nederlanders hadden niet veel te doen. De Amerikaanse marine trok alles naar zich toe.

 

We hebben een keer een boarding moeten uitvoeren. We lagen daar al een goede week.[…] De Amerikanen eisten alles op, behalve op zondag, want zondag was een dag waarop de Amerikanen niet wensten te werken. Dus mochten wij het gaan doen.

Na de Bloys van Treslong volgde vanaf 19 november Hr.Ms. Karel Doorman (o.l.v. kapitein-luitenant ter zee G.D. den Hollander) en vanaf 23 mei 1994 de Hr.Ms. Willen van der Zaan (o.l.v. kapitein-luitenant ter zee R.P.M. Teeuwisse). De Nederlandse schepen opereerden vooral ten westen en noordwesten van Haïti. Zij kregen geen vaste sector toegewezen, omdat ze de deelname aan het embargo in moesten passen in hun reguliere operationele programma als stationsschip in de West en daarom niet permanent voor Support Democracy beschikbaar waren. Begin oktober 1994 kwam aan de Nederlandse bijdrage een einde.

(Foto’s: Nederlands Instituut voor Militaire Historie)