6 vragen over het gevechtsinsigne

3 oktober 2017
Deel dit bericht:
Het hoe, wat en waarom van het gevechtsinsigne.

De publicatie van het artikel ‘Het gevechtsinsigne: een gemene (ver)deler?’ leverde veel discussie en vragen op. In dit artikel beantwoorden we enkele van deze vragen.

Gevechtsinsigne: veelgestelde vragen

Wat is de gedachte achter het gevechtsinsigne?

Het gevechtsinsigne is ingesteld om militairen die actief handelen in geweldssituaties te onderscheiden. Begin deze eeuw nam Nederland namelijk deel aan missies met hoge geweldsspectra. Onder militairen die in direct vuurcontact stonden met de vijand, ontstond de behoefte om zich te onderscheiden van hen die dat niet mee hadden gemaakt. Deze militairen werkten veel samen met Amerikanen die een dergelijke onderscheiding – de Combat Infantryman Badge of Combat Action Badge – op uitzending uitgereikt kregen en wilden zelf graag ook een dergelijke onderscheiding. Vanuit Defensie is het een manier om waardering te tonen aan militairen die veel risico lopen op uitzending.

Wanneer is het ingesteld?

Op de laatste dag van zijn aanstelling heeft voormalig Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn het gevechtsinsigne ingesteld. Uiteindelijk zijn in 2010 de eerste gevechtsinsignes uitgereikt. Ze konden toendertijd met terugwerkende kracht worden aangevraagd voor gevechtscontacten vanaf 1 juni 2001, de ingangsdatum van het huidige decoratiestelsel. Deze datum is gekozen zodat het als aanvulling op dit decoratiestelsel gezien kon worden.

Bestond er dan geen gevechtsinsigne voor eerdere missies?

In eerste instantie wel. Vanaf 1870 werden er namelijk medailles voor acties uitgereikt. De militair die had deelgenomen aan gevechten tijdens deze acties kon een gesp op die medaille krijgen met het jaartal waarin het gevecht had plaatsgevonden. Vanaf Korea ging dit anders. Iedereen kreeg een medaille met gesp, bijvoorbeeld ook degenen die in een ziekenhuis in Japan hadden gewerkt. Ook bij Libanon kreeg iedereen een medaille met gesp. Er werd vanaf toen dus geen onderscheid gemaakt tussen deelname aan gevechten en aan uitzendingen in het algemeen.

Wat zijn de criteria om het gevechtsinsigne te krijgen?

De criteria zijn per 1 januari 2014 aangepast. In het begin kon een mortieraanval op een kamp alle betrokkenen in het kamp ook gevechtsinsigne opleveren. Dat is inmiddels aangepast.

Er moet nu sprake zijn van het lopen van persoonlijk risico én deelname aan gevechtshandelingen die niet voortkomen uit puur lijfsbehoud, maar het grotere doel van de missie dienen. Sinds 1 januari 2014 dient de aanvraag binnen zes maanden na het incident plaats te vinden, omdat het anders lastiger wordt precies na te gaan wat er gebeurd is.

Hoe gaat de toekenning in zijn werk?

De militair kan het insigne zelf aanvragen of de commandant kan dit doen. Wanneer de militair zelf het insigne aanvraagt, moet de commandant of iemand van de personeelsdienst het aanvraagformulier tekenen. Daarna wordt de aanvraag doorgezet naar een commissie die deze beoordeelt. Elk krijgsmachtsdeel heeft een eigen commissie. Het aanvraagformulier moet gestuurd worden naar de commissie van het krijgsmachtsdeel dat de militair heeft uitgezonden. Deze vraagt vervolgens verslagen op om te checken wat de gevechtsactie inhield en of er een gevechtsinsigne aan gekoppeld kan worden. De Afdeling Decoraties bericht dan over de toekenning of afwijzing.

Maar het mooiste is natuurlijk als de toekenning proactief vanuit de legerleiding gebeurt. Voor de huidige missies geldt daarom dat als er gevechtscontact is geweest, er gelijk beoordeeld wordt of betrokkenen in aanmerking komen voor een gevechtsinsigne. Zo ja, dan wordt deze nog op uitzending uitgereikt.

Hoeveel gevechtsinsignes zijn er tot nu toe uitgereikt?

In totaal zijn er sinds 2010 bijna 4.000 gevechtsinsignes uitgereikt.