“Voor mijn school moest ik een profielwerkstuk schrijven. Het enige onderwerp waar ik veel bronnen over heb is Nieuw-Guinea. Mijn opa was mijn voornaamste bron. Ik kon hem alles vragen over Nieuw-Guinea.
Mijn pa vertelde vroeger al veel over Nieuw-Guinea. Zodra er iets op televisie was wat hem aan die tijd herinnerde dan vertelde hij daarover. Het meest bijzonder vind ik het verhaal over zijn litteken op zijn been. Mijn opa is de hele oorlog in Nieuw-Guinea niet gewond geraakt. Tijdens de laatste dagen moesten ze de kanonnen opblazen en daarbij is mijn opa gewond geraakt. Hij heeft nog altijd een groot litteken op zijn been. Dat litteken heb ik wel eens gezien. Dat maakte grote indruk op me.
De broer van mijn opa was trouwens ook militair. Mijn oom ook en mijn andere opa ook. Ik heb er ook over nagedacht, maar ik werk nu parttime in het bedrijf van mijn vader. Ik weet nog niet of ik wil studeren, maar ik hoef niet perse bij Defensie te werken.
Ik ben wel afgelopen jaar met mijn opa naar Veteranendag geweest. Hij liep ook mee in het defilé. Tijdens Veteranendag zie je niet alleen oude mensen, maar ook hele jonge militairen. Voor mij zijn veteranen daarom niet alleen mannen zoals mijn opa, maar ook jonge mannen en vrouwen die in Afghanistan hebben gevochten. Ik weet nog niet of ik dit jaar naar Veteranendag ga. Als mijn opa meeloopt misschien wel.”