Juist voor die veteranen die alle hulp afhouden, komt Alex Spanhak in het geweer. Hij spoort de veteranen op
en probeert contact met ze te leggen.
Met de meeste van onze pakweg 100.000 veteranen gaat het goed. Een meerderheid van de veteranen die gezondheidsklachten aan hun uitzending hebben overgehouden, zoekt daarvoor (uiteindelijk) hulp. Er zijn echter ook veteranen die baat zouden hebben bij zorg, maar die alle hulp afhouden of voortijdig met een behandeling zijn gestopt. Zij mijden alle aandacht van hulpverleners. Namens het Veteraneninstituut probeert Alex Spanhak juist met hen contact te leggen.
Wie tegenover Spanhak zit, treft een rustige, vriendelijke man, die zijn woorden weloverwogen kiest. Niets doet vermoeden dat hij zo’n acht jaar geleden een afgestompte, boze militair was. Zijn uitzending naar Uruzgan in 2007 moest een rustige worden, maar werd dat allesbehalve. ‘We droegen bij aan een vredesmissie en waren daardoor aan allerlei regels gebonden, maar feitelijk zaten we in een oorlogssituatie’, vertelt hij.
In 2012 werd Spanhak, nota bene voor dapperheid onderscheiden vanwege een actie in Uruzgan, afgekeurd als militair en kwam thuis te zitten. ‘Onbegrijpelijk vond ik dat. Ik wilde op missie en voorwaarts met mijn mannen. Dat ging dus niet. Uiteindelijk ben ik in therapie gegaan en daarnaast ben ik zen gaan beoefenen. Dat houdt me beter in balans en het is ook een training om te leren omgaan met stress.’
Snelkookpan
Als coach voor deze groep veteranen reist Spanhak sinds 2017, namens het Veteraneninstituut, door heel Nederland. Hij weet als geen ander hoe het is geweest om nare gevoelens weg te stoppen, iets waar militairen volgens hem bovengemiddeld goed in getraind zijn. ‘Ik vergelijk de aandachtmijders weleens met een snelkookpan. We proberen dan uit alle macht het deksel dicht te houden om ons gedoe maar niet naar buiten te laten ontsnappen. Soms is het deksel van de pan vastgemaakt met ducttape, of zelfs met laswerk. Daar zijn we ons in zo’n situatie niet van bewust, maar ondertussen gaat het niet goed in het leven. Zelf was ik erg boos en vaak is er sprake van een vorm van verslaving. Een veteraan had zich in zijn huis verschanst alsof het een bunker was. Hij kwam niet buiten, zijn gezin was uit elkaar gevallen en hij vermeed contact met de wereld. Vaak is het een partner, moeder of buurvrouw die aan de bel trekt. Via hen probeer ik dan in contact te komen met de veteraan. Daar kan best een tijd overheen gaan; ik kan niet zomaar aanbellen en mijn verhaal afsteken.’
Donkere kant
Spanhak vervolgt: ‘Zijn we eenmaal wel in contact, dan wijs ik de ander op een gegeven moment op die snelkookpan en op de ducttape of laswerk. En ik wijs erop dat het misschien tijd wordt om het los te gaan peuteren. Dat is heel eng en de angst voor pijn is groot. Meestal ben ik wel een paar maanden met een veteraan in gesprek voordat hij of zij zich aanmeldt voor hulpverlening, voor therapie. De afgelopen twee jaar is dat met tientallen veteranen gelukt.
Mijn eerste doel is dan om iemand uit zijn isolement te halen, zijn vertrouwen te winnen en hem ervan te overtuigen dat het leven weer beter kan worden, om open te staan voor steun van anderen. Zodoende houd ik contact, ik ga langs, ze komen bij mij langs of we bellen. In een gesprek met mij kunnen ze woorden geven aan hoe ze veranderd zijn. Ze mogen me alles vragen. Hoe het voor mij was om op uitzending te gaan, hoe ik me voelde in die geweldssituatie in Uruzgan, hoe ik door mijn PTSS werd overvallen. Ik kan mijn ervaringen delen, het over mijn donkere kant hebben en ik zie dat dat hen meestal ook ruimte geeft. In het geval van die man in zijn bunker mocht ik uiteindelijk een keer langskomen. Nu, vijf jaar verder, is zijn gezin weer bij elkaar en is hij voor het eerst zelfstandig op vakantie geweest. Geweldig! Dat was eerder ondenkbaar. In heel enkele gevallen lukt het niet om iemand te bereiken, om toegang te krijgen. Dat vind ik verdrietig; veteranen zijn bereid geweest hun leven te geven voor een ander. Iedereen verdient een goed leven en deze veteranen al helemaal.
Alex Spanhak (1977) werd in 2003 en 2007 uitgezonden naar Afghanistan. In 2007 was hij pelotonscommandant bij de luchtmobiele brigade in Deh Rawod, Uruzgan. Met hulp van anderen en hard knokken wist hij zijn uitzendproblemen
meester te worden. Nu zet hij al die ervaring in om veteranen bij te staan, zodat ze de juiste hulp krijgen en ook een beter leven kunnen realiseren. Gezien de resultaten die Alex in de pilotfase van dit project heeft geboekt, wil het Veteraneninstituut vanaf 2020 graag meer ervaringsdeskundigen als Alex gaan inzetten.
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel of wil je iemand spreken van het team aandachtmijders, dan kan dat via het Veteranenloket. Bel 088 334 00 00 of stuur een e-mail naar info@veteranenloket.nl.