‘I’ll be back bloody white mama’

18 december 2018
Deel dit bericht:
Dave Vaasen (1971) was 11 toen zijn vader Erdwin voor 6 maanden als beroepsmilitair naar Libanon vertrok. Veertien jaar later werd hij zelf uitgezonden naar voormalig Joegoslavië, waar hij als onderdeel van Dutchbat 3 de val van Screbrenica meemaakte. In de heftige jaren die volgden was zijn vader één van de weinigen die hem begreep.

‘Ik kom voort uit een familie met een hele sterke militaire traditie. Mijn beide opa’s waren militair. In het geval van mijn vader was het eigenlijk vanzelfsprekend dat hij als oudste zoon ook het leger in zou gaan en zo was het bij mij ook. Ik herinner mij ook nog heel goed dat mijn vader in 1981 werd uitgezonden naar Libanon. Ik was toen 11 jaar oud en vond het heel emotioneel om hem uit te zwaaien, wetend dat ik hem een half jaar lang niet zou zien.’

‘Voor mij was het leger altijd heel dichtbij. De verhalen over mijn opa die bij het KNIL had gediend, de kazerne in Havelte waar mijn vader gelegerd was en waar mijn broertje en ik vaak heen fietsten om hem even te zien. Toen ikzelf eenmaal mijn rode baret (luchtmobiele brigade, red.) had was het wachten op mijn eerste uitzending. Dat werd voormalig Joegoslavië, als onderdeel van Dutchbat 3. De eerste maanden waren geweldig: een prachtig land en we hadden uitstekend contact met de lokale bevolking. Ons peloton was verantwoordelijk voor twee observatieposten. In de bergen boven de compound, daar zat je dan twee weken. Vanuit die post liep je ook patrouilles en daarna keerde je weer terug naar de compound om even bij te tanken.’

‘Pas de laatste weken ging het echt helemaal mis. Toen sloeg het volledig om. Het was geen peacekeepen meer, maar onze eigen huid redden. Wij werden door alles en iedereen in de steek gelaten en stonden machteloos. De laatste dagen in Screbrenica heb ik vooral vrouwen losgesneden die zich hadden opgehangen voordat ze verkracht zouden worden door de Serven. Ineens bleek het mooie land totaal verrot te zijn, vroegere buren stonden elkaar gewoon naar het leven.’

‘Uiteindelijk zijn we hals over kop vertrokken en op de vlucht geslagen. Mijn moeder heeft ruim anderhalve week in onzekerheid gezeten. Op het Journaal zag ze observatiepost na observatiepost in Servische handen vallen en van ons was geen spoor. Ik weet nog dat ik toen ik op uitzending vertrok tegen mijn moeder zei: ‘I’ll be back bloody white mama’ – nou daar heb ik mij aangehouden. Eenmaal terug in Nederland begon de ellende pas echt. Ik merkte dat ik knalhard was geworden. Dat ik gek werd van mensen die in de supermarkt zeurden over een pakje boter. Ik merkte dat ik een soort ‘caveman’ was geworden. Mijn normen en waarden waren totaal veranderd en ik voelde mij in de steek gelaten. Door de politiek, maar ook door de samenleving die haar oordeel over ons allang klaar had.’

‘En terwijl ik probeerde weer mijn plek in Nederland te vinden vertrok mijn vader weer op uitzending. Ditmaal naar voormalig Joegoslavië om het materieel dat wij daar op onze vlucht hadden achtergelaten weer op te halen. Mijn vader heeft gewoon het pantservoertuig waar ik in rondreed teruggehaald naar Nederland.’

‘In die periode stonden wij overigens vaak lijnrecht tegenover elkaar. Mijn vader vond mij een monster geworden. Maar toen het er echt om ging, toen ik in de zwaarste en zwartste periode van mijn leven zat was hij één van de weinigen die mij begreep. Toen zijn we weer tot elkaar gekomen en heeft hij mij heel erg geholpen. Nu zien we elkaar bijna dagelijks. Op 4 mei leggen wij gezamenlijk een krans en een paar jaar geleden zijn we samen naar Indonesië gegaan om de KNIL erevelden te bezoeken.’

‘Tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds heel veel contact met mijn maten van toen. We zitten met z’n 28’en in een appgroep. We begrijpen elkaar en hebben heel veel steun aan elkaar. Door het contact met mijn oude broeders kan ik veel beter over mijn ervaringen praten. Zij hebben hetzelfde meegemaakt en helpen mij daarbij. Weet je wat het bizarre is? Ik weet het, het klinkt misschien heel raar, maar als ik de tijd terug kon draaien dan zou ik weer op uitzending naar Screbrenica gaan. Want ondanks alle ellende die het mij heeft gebracht zou ik het vanwege mijn broeders toch opnieuw doen.’