“Na een aantal maanden in de zandbak in Mali te hebben rondgelopen, vond ik het bijzonder prettig om weer even terug te zijn in Nederland. In mijn optiek het mooiste land ter wereld met nog steeds het beste voetbalteam. Ik weet zeker dat we Duitsland ook hadden gepakt. Maar dat komt over twee jaar wel!
Toen ik even thuis was, heb ik het voorrecht gehad om samen met mijn vrouw, jongste zoon en mijn gelukkig nog in leven zijnde ouders bij de baretuitreiking van mijn oudste zoon aanwezig te mogen zijn. Ik mocht de felbegeerde rode baret persoonlijk uitreiken. Ik ben reuze trots op hem en hoop stiekem dat hij ooit ook de veteranenstatus zal krijgen. Uiteraard zit een vader niet te wachten op de gevaren waaraan zijn kind kan worden blootgesteld, maar een uitzending kan mensen vormen en sterken. Ik wil mijn zoon daarom, als militair en als mens, de uitzendervaring niet onthouden.
Mijn uitzendingen zijn niet altijd prettig geweest maar ze hebben mij wel gemaakt tot wie ik nu ben. Ondanks alle ellende en het gevaar dat een missie met zich meebrengt, weet ik dat deze gebeurtenissen mij het leven nog meer hebben doen waarderen. Hij zal het tijdens een uitzending allemaal zelf moeten doen, althans samen met zijn maten. Maar mijn zoon kennende weet ik dat hij deze ervaringen een plekje zal weten te geven en er sterker uit zal komen. Mocht dat niet het geval zijn dan zal ik er ook voor hem zijn.
Het afscheid is voor mij hopelijk maar tijdelijk maar dat kunnen we helaas van de vele omgekomen Nederlanders bij de vliegramp met de MH17 niet zeggen. Ik heb er gewoon geen woorden voor. Het nieuws is bij ons in Mali ingeslagen als een kernbom. Wat een tragedie! Nog steeds ben ik er van ontdaan en volg ik het nieuws op de voet. Ik hoop vurig dat alle nabestaanden waardig afscheid kunnen nemen van hun omgekomen dierbaren. Als het aan mij lag zou ik direct naar de Oekraïne gaan om te zorgen dat elke Nederlander thuis zou komen zodat er op een waardige manier afscheid genomen kan worden. Ik weet zeker dat met mij vele veteranen in no time zouden afreizen. Want bij ons militairen geldt een hele belangrijke ongeschreven regel, ongeacht waar, wanneer of hoe: leave no man behind!”