Kippenvelmoment - Jaap

5 juni 2020
Deel dit bericht:
Post was in Indië je beste vriend. En soms je ergste vijand, leerde Jaap Tuinder (91).

Het is april 1950 als er een telefoontje binnenkomt bij de militaire politiepost in Palembang (Zuid-Sumatra). Jaap Tuinder heeft dienst. Er heeft zich een tragedie afgespeeld op de Nederlandse basis. Daarop springt hij samen met een collega in de jeep. Op de basis worden ze naar een washok gebracht. Daar ligt een knaap van in de twintig op de grond. Hij heeft zichzelf van het leven beroofd.

veteraan-jaap-indie-post

Wat was er gebeurd?
‘Hij had die middag post van het thuisfront gekregen. In het pakketje zat een foto van zijn vriendin met een jongen. Haar nieuwe geliefde, vertelde ze in de brief die erbij zat. Hij was er stuk van.

Een paar weken eerder was er ook al een incident. Toen arresteerden we een jonge Nederlandse soldaat. Tijdens een inspectieronde in een kampong betrapten we hem bij een prostituee. Verboden gebied in meer opzichten dan één. Ook deze jongen was per brief aan de kant gezet door zijn meisje. Hij was eerst volledig door het lint gegaan en had toen besloten alle regels aan zijn laars te lappen.’

“Wat mij zo beroerde in beide gevallen: die jongens hadden de vreselijkste dingen gezien en voerden levensgevaarlijke patrouilles uit. Maar uiteindelijk deed een simpele brief van thuis hen knakken.”

Was dat gebruikelijk, zo’n heftige reactie op post?
‘Post betekende alles in die tijd. Het was het enige contact met het thuisfront. Een brief deed er een maand over. Iedereen keek gespannen uit naar de postronde. Op een goede brief kon je maanden teren. Een slechte kon je kapotmaken. Dat waren de ‘Lieve Jan’- brieven, zoals wij ze noemden. Die begonnen liefdevol, maar in de laatste regels vertelde het meisje dan dat ze iemand anders had ontmoet en de verkering opzegde.  Bij elke envelop die je opende, knaagde de angst dat het er zo eentje kon zijn.’

Hoe zat dat bij jou?
‘Ik kreeg ook brieven waar ik reikhalzend naar uitkeek. Van mijn ouders, de kerk en van mijn vriendinnetje. Want uitgerekend vlak voor ik naar Nederlands-Indië vertrok, kreeg ik voor het eerst verkering. Bij het afscheid op het station beloofde mijn liefje op me te wachten. En ik zwoor haar ook trouw te blijven. Ik had toen nog geen idee van de verleidingen die me stonden te wachten – de meisjes ginds waren prachtig. Maar ik heb me keurig gedragen. Na mijn terugkeer zijn we getrouwd.’