‘Twee maanden na aankomst in Deh Rawood ging het mis. ’s Nachts kroop ik op het dak van een huis om de munitievoorraad aan te vullen toen ik opeens werd beschoten. Later bleek door friendly fire. Op het moment dat het gebeurde heb ik alles gezien. Ik lag op het dak en ik werd er door een hospik afgehaald. Hij vertelde me dat het goed ging komen. Daarna kan ik me er weinig van herinneren.
Vaag weet ik nog iets van allerlei Amerikanen in de helikopter waarin ik vervoerd werd. Ik was compleet stoned van alle medicijnen en was weinig bij kennis. Terug in Kamp Holland werd ik gelijk geopereerd. Alles was kapot en ik wist dat het goed mis was. Tien dagen moest ik wachten voordat ik naar Nederland terug kon vliegen. Ik heb toen met buddy’s van mijn peloton peukjes gerookt en op een gekke manier was dat best aangenaam.
De klap kwam eigenlijk pas toen ik in Nederland uit het ziekenhuis kwam en moest revalideren. Het enige wat ik dacht was: doorgaan, doorgaan, blijven doorgaan. In het revalidatiecentrum in Doorn moesten ze wennen aan een nieuwe generatie revalidisten. Waren het eerst vooral oudere veteranen, nu kwamen er jonge jongens die naar muziek luisteren en af en toe wel zin hebben in wat lol. Ook het materiaal was in het begin behoorlijk gaar, maar gelukkig veranderde dat naarmate er meer jongeren kwamen met andere wensen.
Elke dag sportte ik twee uur en kreeg ik een uur fysiotherapie. Opnieuw leren zitten, krachttraining, oefenen met de handbike, van dat soort dingen. Tijdens het revalidatieproces kwam Gert-Jan van der Linden, coach van het Nederlands rolstoelbasketbalteam en zelf gehandicapt, langs om kennis te maken. Mijn eerste indruk: ‘wat een rare verschijning, een volwassen man op z’n knieen. Hij liet zijn kaartje achter, maar ik was nog totaal niet bezig met sport. Ik was allang blij als het me lukte om zelfstandig een keer naar de bioscoop te gaan. Maar na een jaar merkte ik dat ik toch steeds meer interesse kreeg in sport en toen ben ik bij het Nationaal Sport Centrum in Papendal gaan kijken.
De eerste rolstoelbasketbaltrainingen herinner ik me nog goed. Ik werd aan alle kanten voorbijgereden en ik maakte fout op fout. Bovendien had ik enorme blaren op mijn handen. Maar toch, een heerlijk gevoel! Ik werd weer uitgedaagd en al snel raakte ik verslaafd aan rolstoelbasketbal. Nu speel ik op een centrale positie binnen het nationaal team, zowel in het veld als bij het groepsproces. Mijn kwaliteiten zijn wendbaarheid en snelheid. Ik ben in 2009 begonnen en in 2012 mocht ik al mee naar het EK. Daar ben ik best trots op. Als team hebben we helaas de Paralympics net niet gehaald, maar mijn doel is om het WK in Korea te halen. Veel verder dan dat kijk ik niet vooruit. Geen idee wat ik na het rolstoelbasketballen ga doen. Ik probeer met de dag te leven en tot nu toe gaat me dat erg goed af.’
Marc werkt sinds zijn revalidatie als administratief medewerker bij Defensie waar hij o.a. gegevens verwerkt van zijn eigen 12e compagnie. Â Marc van de Kuilen kreeg op Veteranendag de Audrey Hepburn wisseltrofee uitgereikt, waarmee hij direct persoonlijk werd gefeliciteerd door prins Willem-Alexander.