Ze zeiden: ‘We kunnen je oog niet meer redden’

5 juni 2019
Deel dit bericht:
Voor Rick (34) was Defensie als liefde op het eerste gezicht. In 2006 wordt hij uitgezonden naar Afghanistan. Zijn missie krijgt een vreselijke wending als hij gewond raakt bij een aanslag. In het hospitaal hoort hij dat zijn oog niet meer gered kan worden. ‘Ik besefte meteen dat mijn carrière bij Defensie voorbij was. Dat voelde als de zwartste bladzijde uit mijn leven.’

‘Ik had al elk soort beroep gehad dat er bestond toen ik op een banenmarkt een stand van Defensie zag. Alles trok me aan: het lichamelijke, de spanning van een missie, mensen helpen, op avontuur. Een jaar later mocht ik mij melden in Oirschot voor de Algemene Militaire Opleiding.

Ik stapte over naar de genie en werd gevraagd om mineur te worden. Dit zijn militairen die zich bezig houden met het verwijderen van mijnen. In 2006 hoorde ik dat ik naar Afghanistan zou worden uitgezonden op een humanitaire missie. In de regio van Tarin Kowt zorgden we voor stabiliteit en hielpen we bij het herbouwen van huizen. Ik vond het een fantastisch mooi land en een compleet andere wereld dan Nederland.’

‘Ik zat er nog geen twee maanden toen het fout ging. We gingen op patrouille in een dorp verderop. Op de terugweg kwam een voertuig ons tegemoet rijden. Op het moment dat we er langs reden keken de chauffeur en ik elkaar recht aan. Ik zag de man hard aan zijn stuur trekken en kort daarna volgde een hele harde knal. Achteraf hoorde ik dat er 25 kilo springstof in zijn achterbak lag. Er blijkt na de explosie nog een vuurgevecht van 1,5 uur te zijn geweest. Daar weet ik nog weinig van. In het hospitaal kreeg ik het bericht dat ze mijn oog niet meer konden redden. Ik dacht aan het autorijden, motorrijden en besefte dat mijn carrière bij Defensie voorbij was. Dat laatste deed het meeste zeer. Gelukkig heeft iedereen de aanslag overleefd.’

‘Een paar dagen na de aanslag werd ik naar Europa teruggevlogen. Ik ging het ziekenhuis in en uit en probeerde de draad weer op te pakken. Ik vond het vreselijk om thuis te zitten. Mijn jongens zaten nog in Afghanistan. Na allemaal onderzoeken werd ik afgekeurd voor de militaire dienst. Dat voelde als de zwartste bladzijde uit mijn leven. Je weet dat je ongeschikt bent, je bent blind aan een oog. De jaren die volgenden waren met vallen en opstaan. Ik had verschillende werkgevers maar kon nergens echt goed aarden. Ik voelde me ronduit slecht. Mijn vrouw heeft aan de bel getrokken en Defensie gebeld: we moeten wat met Rick doen, want dit gaat niet goed.’

‘Na een aantal bezoeken aan een psychotraumacentrum bleek dat ik tijdens de aanslag ook een hersenbeschadiging had opgelopen. Dat werd bijna tien jaar na dato pas bekend. Toen vielen de puzzelstukjes op zijn plek. Ik had een beperkte belastbaarheid, voelde me vaak slecht, vergat veel, had weinig concentratie en veel hoofdpijn. Nu krijg ik begeleiding om daar mee op te gaan en weet ik beter waar mijn grenzen liggen. Daarnaast werk ik weer bij Defensie als burger, dat doet me veel goed.’

‘Mijn zorgcoördinator stelde me voor aan een veteraan die ook zijn oog was verloren. We gingen wekelijks in het revalidatiecentrum van Doorn zwemmen. Toen werd me gevraagd of ik mee wilde naar de Invictus Games in Toronto. Dat was fantastisch. Het is een prachtig evenement met militairen uit alle landen. Eindelijk was ik weer onderdeel van een team. Dankzij de Invictus Games en mijn maten leer ik beter om te gaan met mijn beperkingen. Ik moet accepteren dat dit een onderdeel van mij is. Hier moet ik het mee doen. Als ik zie wat ik voor mijn kiezen heb gehad, ben ik trots dat ik hier nu sta.’