Het Veteraneninstituut heeft eind 2012 een breder onderzoek verricht naar de wensen die veteranen hebben ten aanzien van hun uitvaart. Op verzoek van het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) is in 2014 door onderzoeksbureau NL-Eyes een specifiek onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van een veteranenbegraafplaats in Loenen.
Uit de twee onderzoeksrapporten blijkt dat het plan om een veteranenbegraafplaats (met urnenmuur en verstrooiingsveld) te realiseren goed valt. 5 à 8 procent van de in totaal 644 respondenten zou daar bovendien zelf wel een laatste rustplaats willen krijgen.
Eind 2012 verrichtte het Vi op verzoek van het vfonds en het Veteranen Platform (VP) een vragenlijstonderzoek onder 400 veteranenpashouders (53-77 jaar). Nadat de uitkomsten daarvan aan de opdrachtgevers waren teruggekoppeld, raakte Monuta bij de verdere planontwikkeling betrokken. Monuta drong aan op een tweede, specifieker haalbaarheidsonderzoek onder 1.000 veteranen (53 jaar en ouder), uitgevoerd door NL-Eyes. Dat gebeurde in 2014 en inmiddels zijn de resultaten daarvan ook bekend.
Dit onderzoek met de naam ‘De laatste eer’ had een ongekend hoge respons van 66 procent. De resultaten van dit onderzoek spreken voor zich.
Bij de ‘overwegers’ spelen bij 35 tot 40 procent de afstand van hun woonplaats tot de veteranenbegraafplaats, de mogelijkheid dat ook partners er een laatste rustplaats kunnen krijgen en de mogelijkheid om er te worden herbegraven een belangrijke rol in hun uiteindelijke keuze.
Onder de titel ‘Veteranenbegraafplaats Loenen’ liet Monuta, als gezegd, een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren. Hoewel de respons bij dit onderzoek wat lager uitviel, was de score van 38 procent nog heel behoorlijk te noemen. Diverse resultaten kwamen redelijk overeen met de resultaten uit het eerdere Vi-onderzoek.
Afgerond 7 procent van de respondenten uit de twee onderzoeken zou voor Loenen als laatste rustplaats kiezen. Wanneer we er veiligheidshalve van uitgaan dat de non-respondenten helemaal geen belangstelling hebben, zou dat betekenen dat 3 procent van alle voor deze onderzoeken benaderde veteranen voor Loenen kiest. Vertaald naar het aantal veteranenpashouders dat zij vertegenwoordigen, heb je het dan al snel over 800 à 900 kandidaten voor Loenen. Voldoende animo, zou je dus zeggen. Toch hebben het vfonds, de VP-commissie die als klankbord fungeert en Monuta nog enige tijd nodig voor de besluitvorming. Het gaat immers niet alleen om een veld en een urnenmuur. Er moeten bij voorkeur ook een aula/ gedenkcentrum en een toegangsweg verrijzen. Het moet betaalbaar zijn (en blijven) en er is instemming en medewerking van de gemeente Apeldoorn nodig. De initiatiefnemers zijn wat dat alles betreft hoopvol, maar gaan niet over één nacht ijs. Na de winter volgt meer.