‘Mijn speurtocht is een soort eerherstel voor mijn ouders’

28 september 2021
Deel dit bericht:
Ingrid Verhoeven pluist al jarenlang brieven, foto’s en archieven uit.

Van kinds af aan heeft Ingrid Verhoeven (66) een grenzeloze interesse in haar familie. Vooral het oorlogsverleden van haar vader houdt haar bezig; hij lijkt met iets te worstelen. Maar uitgerekend dat stuk van de familiegeschiedenis is verboden terrein. Jaren na het overlijden van haar ouders doet Ingrid een vondst van jewelste waardoor ze haar ouders pas echt leert kennen.

veteranenlezing-ingrid-familie-oorlog

Als tiener hing Ingrid Verhoeven (66) aan de lippen van haar tante Nettie. Die had een oneindige voorraad verhalen paraat. Velen voerden terug tot in de diepste nerven van hun familiestamboom. Maar over het verleden van haar tweelingzus en diens echtgenoot, Ingrids ouders, zweeg ze als het graf. Want naast een begenadigd verteller was tante Nettie ook uiterst discreet. ‘Dat is aan jouw ouders zelf om te vertellen’, zei ze altijd.

Pech voor Ingrid, want van haar ouders moest ze het ook niet hebben. Haar vader Harrie Kuijpers vertelde graag over zijn vroege jeugd, maar over de periode daarna hield hij de lippen stijf op elkaar. Ingrid: ‘Hij wilde alleen kwijt dat hij wel eens had parachutegesprongen.’ Vanaf haar tienerjaren wordt hij somberder, afstandelijker en moeilijker. Ingrid vermoedt dat hij iets heeft meegemaakt, misschien wel in de oorlog. ‘Toen ik mijn moeder eens vroeg wat hem overkomen was, antwoordde ze: ‘Papa heeft heel gevaarlijke dingen gedaan. Te akelig om over te praten.’ Daarna durft Ingrid er niet meer naar te vragen. Zelf verhaalt haar moeder Marthy Rijpstra alleen over het gemis van haar ouders in de oorlog. Hun gezin woonde in Nederlands-Indië. Zij en haar twee zussen waren voor hun opleiding in Nederland toen de oorlog uitbrak. Terug naar huis kon daardoor niet meer. Met die informatie moet Ingrid het doen. Haar vader overlijdt op zijn 58e – Ingrid is dan 25 –  en haar moeder twintig jaar later.

“Toen drong pas tot me door hoe onvoorstelbaar dapper hij was. ”

Paramilitair bij de SAS

Ingrid kan zich niet neerleggen bij de blinde vlek in haar vaders levensverhaal en zet het op een speuren. De parachutesprong waarover hij vertelde blijkt veel meer dan een incident. Vanaf zijn zestiende deed hij al kleine klusjes voor het verzet. Rond de periode dat zijn woonplaats Eindhoven werd bevrijd, in september 1944, trad hij op als tolk voor de geallieerden. In die tijd werd hij ook gerekruteerd door het Bureau Bijzondere Opdrachten. Hij nam afscheid van Ingrids moeder en vertrok naar Engeland. Daar kwam hij in dienst van de Special Air Services waar hij deelnam aan operatie Keystone en later operatie Archway. Via levensgevaarlijke droppings, in het pikkedonker achter de Duitse linies, voerde zijn ‘stick’ nachtelijke operaties uit samen met het Nederlandse verzet. Ze bliezen spoorlijnen op, plaatsten explosieven op wegen als Duitse militaire voertuigen passeerden en beschoten Duitse militairen zonder zich te laten zien.

In haar vaders voetsporen springt Ingrid zelf ook uit een vliegtuig. ‘Als jij achttien bent, maken wij samen een parachutesprong, had hij me beloofd. Maar hij overleed voor we er werk van konden maken.’ Een vriend die de belofte kende, schonk haar op haar zestigste een nieuwe kans. Die greep ze aan met beide handen. De sprong droeg ze, zwevend aan haar parachute, op aan haar vader. ‘Toen drong pas tot me door hoe onvoorstelbaar dapper hij was. Onder hem was het aardedonker. Alleen de klap van zijn legbag waarschuwde hem dat hij binnen enkele seconden de grond zou raken.’

Na de onthulling van haar vaders oorlogsgeheim, wil Ingrid ook de resterende hiaten in haar familiegeschiedenis invullen. Maar de hoop op meer inzicht in haar moeders kant van het verhaal vervliegt als tante Nettie, de laatst levende bron, in 2016 wordt opgenomen in een zorginstelling. Haar tante is dan nauwelijks meer aanspreekbaar. Ze is ten prooi gevallen aan Alzheimer, en met haar de familiekroniek in haar hoofd.

veteranenlezing-ingrid-familie-oorlog

Schatvondst in de kelder

Maar tante Nettie heeft een troef achtergehouden, buiten het bereik van de schimmen in haar brein. Ingrid: ‘Samen met mijn man ruimde ik haar huis leeg. Dagenlang manoeuvreerden we door een labyrint van rommel. Toen ik het waagde om een van de vele beschimmelde dozen in de donkere, muffe kelder open te trekken, viel die van ellende uit elkaar. Wat ik toen zag, kon ik niet geloven: het ene na het andere fotoalbum tuimelde op de grond. Ik had geen idee van hun bestaan.’

Die eerste doos blijkt nog maar het topje van de ijsberg. Ingrid treft meer dan veertig fotoalbums aan, boordevol genummerde zwartwit foto’s. Sommige figuren herkent ze, veel niet. En Tante Nettie heeft nog een verrassing in petto. Tussen tafelkleden en hemden vindt Ingrid kleine briefjes, sommige niet meer dan een volgekrabbelde achterkant van een bankenvelop. Er staan genummerde namenlijstjes op. Minutieus heeft tante Nettie genoteerd wie op welke foto in welk album staat.

De echte klapper zijn de stapels brieven, meer dan honderd in totaal. Samen beslaan ze meer dan een eeuw. Een groot aantal dateert uit de Tweede Wereldoorlog. Het zijn onder meer brieven die haar grootouders met hun drie dochters uitwisselden, en brieven tussen Ingrids moeder en haar twee tantes onderling. En er is het dagboek dat haar moeder schreef tijdens de oorlog.

“Opmerkingen als deze vind ik goud waard. Het vertelt me dat mijn vader het zwaar had gehad. Informatie die ik niet in dossiers of archieven vindt.”

Ontmoeting in Londen

Al lezende komt Ingrid erachter dat haar moeder en tantes alles in de waagschaal stelden voor een hereniging met hun ouders. De enige manier om onder de gegeven omstandigheden in Nederlands-Indië te raken, zo stelden de zussen vast, was dienst te nemen in het KNIL. Alle drie meldden ze zich aan, in de hoop dat tenminste één van hen uitgezonden zou worden naar Indonesië. Puck, de oudste, werd als medisch analist naar Nieuw Guinea gestuurd. Tante Nettie kwam te werken bij de Recovery of Allied Prisoners of War and Internees. Daar hielp ze bij de evacuatie van geïnterneerden uit de kampen. Ingrids moeder, tot slot, verzamelde inlichtingen voor de Netherlands Forces Intelligence Service. Uiteindelijk was het tante Nettie die erin slaagde hun moeder na de capitulatie op te sporen in een ziekenhuis in Semarang. Hun vader bleek helaas een paar maanden voor de bevrijding overleden in kamp Ambarawa.

Tot Ingrids grote vreugde bevinden zich in het brievenarsenaal uit tante Netties kelder ook brieven die haar ouders aan elkaar schreven. ‘Mijn moeder schreef mijn vader over het KNIL-plan en dat ze in Londen een opleiding volgde voor haar oorlogstaken. Zodra mijn vader verlof had, zocht hij haar op.’ Hoe dat weerzien verliep, staat in haar moeders dagboek. ‘Daarin beschreef ze hoe ze samen hun ogen uitkeken, wandelend langs de Londense etalages. “Je kunt hier gewoon cakejes kopen!”, schreef ze. “Harrie heeft me er op eentje getrakteerd!” Zo schattig.’ Ingrids moeder schrijft ook dat Harrie er veel beter uit zag dan de laatste keer in Eindhoven: ‘Toen was hij zo mager en bleekjes’. Ingrid: ‘Opmerkingen als deze vind ik goud waard. Het vertelt me dat mijn vader het zwaar had gehad. Informatie die ik niet in dossiers of archieven vindt.’

Eerherstel

‘Mijn speurtocht is een soort eerherstel geworden voor mijn ouders’, vertelt Ingrid. ‘Naarmate mijn vader ouder werd, werd hij minder aangenaam. Helaas werkt het zo dat je de laatste dingen het best onthoudt. Maar nu kan ik dat beeld rechtzetten. Hierdoor weet ik weer dat hij eigenlijk heel sociaal en avontuurlijk was. En een goed mens.’ Ook haar moeder is ze met andere ogen gaan bekijken. ‘Ze sprak zich zelden tegen iets uit en veegde problemen steevast onder het tapijt. Daar ergerde ik me vaak aan. Ik heb nu een andere kant van haar leren kennen. Ze was een spion! Ze liet zich op haar twintigste naar Indonesië uitzenden. Zonder te weten voor hoelang, want ze moest tot een half jaar na de capitulatie in dienst blijven. Dat had een eeuwigheid kunnen duren.’

Op Ingrids vliering staan nog tientallen dozen uit de kelder van tante Nettie. Onaangeroerd, vol met nog meer verhalen. Een voor een haalt ze ze naar beneden. Met één doos is ze maandenlang zoet. ‘Tante Nettie was wetenschapper. Daarom heb ik goede hoop dat ze dingen correct heeft opgeschreven en verteld. Maar ik wil het zeker weten. Daarvoor duik ik nationale en internationale archieven in en raadpleeg ik experts. Elke ontdekking levert weer nieuwe vragen op.’ Haar bevindingen wil Ingrid bundelen in een boek. ‘Voor mijn nichtjes. Ik zit op een schat van informatie over hun familie. Die wil ik ordenen, zodat zij straks niet eindeloos hoeven te zoeken naar de waarheid, zoals ik wel heb moeten doen. Zo probeer ik de geschiedenis levend te houden.’

Veteranenlezing 2021

De aandacht van de tweede en derde generatie voor de oorlogservaringen van hun (groot)ouders neemt de laatste jaren sterk toe. Wat hebben zij meegemaakt en wat vormde hen? Dit thema staat centraal in de Veteranenlezing 2021.