‘Krijgsgevangenen werden uitgewisseld en de lijken werden teruggegeven’

1 juni 2018
Deel dit bericht:
Puur toevallig kwam Ton van Ede bij Defensie terecht, toch bleek het een goed match. In totaal werkte Ton bijna 40 jaar voor Defensie. Hij was in 1993 compagniescommandant tijdens de VN-vredesmissie in Cambodja en in 2000 had hij de leiding over het bataljon dat deelnam aan de vredesmissie in Ethiopië en Eritrea. Tijdens zijn carrière heeft hij veel geleerd over leiderschap, het leven en kameraadschap.

‘In 2000 volgde mijn tweede missie. We werden uitgezonden naar het grensgebied van Eritrea en Ethiopië. Daar had een oorlog plaatsgevonden met ongeveer 100.000 doden. De ondertekende wapenstilstand werd uitgewerkt in een vredesakkoord. De VN zag dat dit proces heel erg moeizaam verliep en was bang voor een hervatting van de gewapende strijd. Het was aan ons om snel te ontplooien en stabiliteit te brengen. Niet eerst grote kampen bouwen, maar direct erop uit. Inlichtingen verzamelen en je laten zien. Net als in de natuur. Jouw terrein afbakenen en een duidelijk signaal afgeven aan de omgeving.

Lees ook ‘Het verhaal van Ton van Ede – 1’

 

 

We spraken met de militaire leiders van beide partijen. Ze beschuldigden elkaar ervan de wapenstilstand te schenden. Net als in als mijn eerste baan op Texel was geduld nodig. De leiders van de strijdende partijen waren mannen met veel oorlogservaring die krijgers hadden verloren en nog vol wraakgevoelens zaten. Die mensen moesten eerst uitrazen. Daarna brachten we het terug tot de feitelijke waarnemingen die wij en de VN-waarnemers hadden gedaan. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen wekken en de-escaleren. Wij hebben een veiligheidszone kunnen realiseren, waaruit de troepen van partijen zich terug trokken en mijnen werden geruimd. Krijgsgevangenen werden uitgewisseld en de lijken van gesneuvelde krijgers op het slagveld werden teruggegeven aan het eigen land. Een deel van de bevolking kon terugkeren en hulporganisaties ondersteunden de wederopbouw. De waarde van onze missie was vooral dat het gewapende conflict niet weer is opgelaaid. Op de inzet van onze eenheid kijk ik met voldoening terug. Tegelijk is het triest dat in het conflictgebied een verdere ontwikkeling is uitgebleven. Het is niet voor niets dat 17 jaar later nog steeds veel mensen vluchten uit Eritrea.

Veteranendag is een belangrijke dag voor mij. Elke veteraan heeft recht op erkenning en waardering en ik vind het mooi dat de samenleving hier steeds meer invulling aan geeft. Nationaal, maar vooral ook dichtbij de veteraan, in de eigen gemeente. Op zo’n dag voel je de trots en glimmen de ogen. Ook het thuisfront verdient die erkenning en waardering. Ik heb mijn echtgenote op jonge leeftijd leren kennen, al voor ik in dienst ging. Toentertijd was het vanzelfsprekend dat ik veel weg was. Nu ik kleinkinderen heb zie ik wat van twee werkende ouders met een jong gezin wordt gevraagd. En die zijn dan nog elke avond thuis. Achteraf besef ik pas echt wat mijn militaire “hobby” altijd van mijn “meisje” gevergd heeft. Ik heb het geluk gehad dat zij het aankon en dat wij nog samen zijn. Niet alle collega’s hebben dat voorrecht. Bij mijn afscheid van de dienst heb ik uitgesproken dat zij wat mij betreft nog een tegoedbon had voor die 38 jaar. Naast veel sporten en diverse maatschappelijke activiteiten waarmee een veteraan met leeftijdsontslag zich nuttig kan maken lukt het ons samen ook heel aardig om die inhaalslag te maken.’