Kapitein Herman de Kleijn (56) werd in 2010 uitgezonden naar Bosnië waar hij zijn vijftigste verjaardag vierde. Twee keer is hij sindsdien terug geweest naar dit ‘machtig mooie land’. Hij is in actieve dienst bij Defensie als hoofd logistieke zaken in Soesterberg. Op 5 mei a.s. is Herman namens het Veteraneninstituut aanwezig op het bevrijdingsfestival in: Wageningen.
“Screbrenica, dat is wat de meeste Nederlanders zich van Bosnië herinneren. Maar er is daar zoveel meer gebeurd. De oorlog zelf was al zo’n vijftien jaar voorbij toen ik op uitzending ging. Troepen van de VN en later van de NAVO hadden voor de nodige stabiliteit gezorgd. Wij gingen namens de Europese Unie voor een waarnemingsmissie, geen gevechtsmissie dus. Er waren in die periode verkiezingen, en daardoor was het denkbaar dat emoties weer oplaaiden.”
Als commandant van een van de Lothuizen had ik samen met mijn team een taak om de vinger aan de pols te houden of de politieke en maatschappelijke situatie tot nieuwe conflicten zou leiden. Na die tijd is de missie gaandeweg afgebouwd. Toch is en blijft het een verscheurd land met een diep wantrouwen tussen bevolkingsgroepen. Ik weet niet of dat ooit verdwijnt.
“Ik heb gevoeld en gezien hoe groot het onderlinge wantrouwen nog was, tussen Kroaten, Bosniërs, Serviërs. Het Kroatische provinciebestuur dat in onze regio de lakens uitdeelde had bijvoorbeeld weinig trek om Servische gemeenten geld te geven.”
Ook hadden bestuurders en burgemeesters de neiging om eigen groepen voor te trekken. Het hoofddoel van een Lothuis is om te zorgen dat het contact tussen burgers en de lokale overheid goed verloopt. Mensen konden bij ons aankloppen als er sprake was van onrecht, in welke vorm dan ook. We rapporteerden aan het hoofdkwartier, onder meer of sprake was van spanningen en illegale activiteiten.
“Vrijheid is ook dat de overheid burgers gelijk behandelt en dezelfde rechten geeft. In Bosnië was dat niet het geval, en ik denk nog steeds niet. Als een oorlog voorbij is, dragen mensen met elkaar nog heel lang de gevolgen. Wie daar graag meer over wil weten, daar deel ik graag mijn ervaringen mee tijdens de speeddates.”
Een voorbeeld: ik hoefde er geen deskundige voor te zijn om te zien dat er veel mensen met trauma’s en psychische problemen rondliepen. Regelmatig werd er dan zo iemand met tas en al bij ons voor het hek van het Lothuis gezet, onder het motto ‘zoek het verder maar uit’. Om dit gedeelte van de gezondheidszorg weer te organiseren, daar is zo’n land op dat moment nog helemaal niet aan toe.
Het is geen pretje als je van dichtbij meemaakt hoeveel schade haat aanricht.
“Naar de buurman kijkt men daar niet om. Je bekommert je alleen om je eigen volk, verder is het ieder voor zich. Ik ben bang dat het nog generaties gaat duren voordat die onderbuikgevoelens verdwijnen. Het duurt lang voordat de structuur van een samenleving weer is hersteld. Letterlijk en figuurlijk.”
Als je nu naar Bosnië gaat, zie je nog overal stukgeschoten en gebombardeerde gebouwen. Maar het is zo’n machtig mooi land. Mijn dochter heb ik een stuk laten zien. Als het aan mij ligt dan ga ik met mijn zoon ook nog eens een rondreis maken.”