Gearresteerd!

Deel dit bericht:
Het verhaal van Arie van den Dool.

Het was begin oktober 1962, toen Nieuw-Guinea net was overgedragen aan de VN. Op een ochtend in ons NAPO-veldpostkantoor werden we door de marechaussee gearresteerd. We zouden hebben gefraudeerd.

Het audioverhaal van Arie, ingesproken door Shanna Baauw

 

Het verhaal van Arie in tekst

 

Het was begin oktober 1962, toen Nieuw-Guinea net was overgedragen aan de VN en Pakistaanse militairen van de UNTEA-vredesmacht ons moesten weghouden van de Indonesische troepen. UNTEA, de United Nations Temporary Executive Authority, was het tijdelijke bestuur van de Verenigde Naties over Westelijk Nieuw-Guinea tussen 1 oktober 1962 en 1 mei 1963.

Op een ochtend in ons NAPO-veldpostkantoor, de Netherlands Army Post Office, werden we overvallen door de komst van de marechaussee, die ons zonder enige uitleg arresteerde. We werden meegenomen en vastgezet in een celruimte achter het wachtgebouw van de kazerne Sorong-Remoe. Twee uur later werd ons een aanklacht voorgelegd namens een tiental militairen uit Sorong. We zouden geld achterover hebben gedrukt: bedragen die onze maten per postwissel hadden overgemaakt naar hun familie in Nederland. Het zou gaan om enige honderden, zo niet duizenden guldens.

Dat kon niet!

We waren perplex. Dat kon eenvoudigweg niet bestaan! Inderdaad was het heel gebruikelijk dat je als militair in Nieuw-Guinea van je soldij, zo’n 110 gulden per maand, een groot deel niet kon uitgeven, eenvoudigweg omdat alles wat je nodig had heel goedkoop was: bier, bioscoopkaartje, frisdrank, soms een ijskoud blikje Friesche Vlag of postzegels. Roken deed ik nauwelijks, dus de tinnetjes sigaretten die we als rantsoen kregen, gingen via de veldpost naar vader in Holland. De soldij werd doorgaans twee maanden opgespaard. Dan kon je ermee naar de veldpost om het via een postwissel over te maken naar je ouders of familie thuis.

Wij namen de gegevens over op een internationale postwissel, gingen met het geld en de postwissel naar het postkantoor in Sorong, waar het werd verzonden tegen afgifte van een stortingsbewijs. Op dat bewijs stond ook de naam van de geadresseerde en het bedrag. Er zou dus niets mis kunnen zijn, want de militairen hadden hun stortingsbewijs van ons teruggekregen.

veteraan-arie-verhaal-checkpoint-zomerbijlage

Gefraudeerd

Niets was minder waar. Na een onderzoek van twee dagen, waarin twee van ons onder arrest bleven, en mijn maat Ruud en ik weer het postwerk konden voortzetten, werd duidelijk dat er gefraudeerd was op het Sorongse postkantoor. Systematisch had een van de hogere Indische ambtenaren gedurende een periode van zes tot acht weken alle postwissels naar Nederland, soms wel tien per dag, overgeschreven met een nieuw bedrag, dat steeds dertig gulden lager was dan het originele wisselbedrag.

Postwissel

Na de ‘overgave’ van Nieuw-Guinea half augustus had hij gedacht dat de Nederlandse militairen dan ook wel binnen twee maanden vertrokken zouden zijn, en dat het misschien twee weken zou duren eer de postwissel vanuit Sorong in Nederland werd besteld, waarna de geadresseerde naar het postkantoor moest gaan om het bedrag te innen. Daarna is het dan de vraag of die mensen, de geadresseerden dus, terug zouden schrijven naar de afzender in Sorong. Zoiets als: ‘Bedankt, we hebben je 120 gulden in goede orde ontvangen!’

Schamen

Als ze dat niet zouden doen, dan werd niet ontdekt dat Jantje eigenlijk 150 gulden had verstuurd. Als ze wel schreven is het de vraag of Jan zou opmerken dat er 30 gulden te weinig ontvangen was. Het bleek dat in die acht weken er maar tien soldaten, mariniers of matrozen waren die deze fraude hadden ontdekt! De PTT-beambte zagen we niet terug, die was direct ontslagen. De consternatie op het postkantoor was groot en vooral de Indische mensen en de twee Papoea-dames die er werkten, schaamden zich heel erg tegenover ons.