“Ik denk dat het een goede stap is om naar Mali te gaan”

6 januari 2014
Deel dit bericht:
“Ik denk dat het een hele goed stap is om naar Mali te gaan. Mali was lange tijd een redelijk stabiel land, maar in korte tijd is het land veranderd. In het noorden van Mali, dat zo groot is als Frankrijk, is een broedplaats voor extremisten ontstaan. De Sahara is bovendien een kruispunt voor belangrijke smokkelroutes voor drugs, wapens en mensen. Het doel van de VN missie is om de stabiliteit in Mali te herstellen. Ik denk dat dit mede ook door de inbreng van de Nederlanders haalbaar is.

De Fransen hebben in Mali een groot deel van het vuile werk opgeknapt. Ze werden als helden onthaald, maar ze hebben ook veel verliezen geleden. Voor de Fransen was de missie toch zwaarder dan gedacht. Nu de Nederlanders komen zijn de Jihadisten in het Noorden van Mali al minder georganiseerd dan destijds. Toch verwacht ik dat een aantal dingen in Mali nog lastig kunnen worden voor onze militairen.

De Fransen hebben in Mali een groot deel van het vuile werk opgeknapt. Ze werden als helden onthaald, maar ze hebben ook veel verliezen geleden. Voor de Fransen was de missie toch zwaarder dan gedacht. Nu de Nederlanders komen zijn de Jihadisten in het Noorden van Mali al minder georganiseerd dan destijds. Toch verwacht ik dat een aantal dingen in Mali nog lastig kunnen worden voor onze militairen.

De Jihadisten zijn bijvoorbeeld niet gemakkelijk te herkennen. Ze wonen net als veel andere Malinezen in dorpen. Ze dragen geen specifiek uniform of andere uiterlijke kenmerken. Het is voor de Nederlandse commando’s daarom heel belangrijk om goede lokale tolken te hebben en om het contact met de lokale bevolking te onderhouden. Dat laatste is het belangrijkste, want anders dan de Taliban in Uruzgan genieten de Jihadisten weinig draagvlak onder de lokale bevolking. Bijna 90 procent van de Malinezen heeft niets met de radicalisten. Dat is ook de reden dat ik de vergelijking met de missie naar Uruzgan spaak vindt gaan. Daarnaast wordt het voor de Nederlandse militairen een uitdaging om samen te werken met Afrikaanse VN militairen.

In Nederland is een beeld ontstaan van een levensgevaarlijke missie. Dat verwacht ik niet. In Mali is geen burgeroorlog, dus ik verwacht geen gevaarlijke gevechtsmissie. Het echte probleem in Mali is namelijk de armoede. Het gevaar is dat de Jihadisten steun krijgen van de armste Malinezen. Ik geloof erin dat de Nederlandse militairen goed zijn opgeleid om het vertrouwen van de Malinezen te kunnen winnen. Maar belangrijker is het om de opgedane ervaringen tijdens een missie zoals in Uruzgan ook in Mali in te zetten.

Als correspondent zal ik daarnaast mijn best doen om voor de kijkers in Nederland een zo goed mogelijk beeld van de werkelijkheid te schetsen. Zo hoop ik bijvoorbeeld dat het lukt om embedded mee te reizen met onze militairen”.