“Samen met mijn vrouw woonde ik een aantal jaren in Nieuw-Guinea. Ik was gestuurd om de eerste lichting van 250 Papoea’s rekruten op te leiden bij het Papoea Vrijwilligers Korps (PVK). Ik kende de toenmalige commandant en ik wilde graag voor hem werken. Bovendien zag ik het als een groot avontuur, want de tropen leken me een fantastisch gebied!
Nieuw-Guinea was overweldigend en veel indringender dat ik me had voorgesteld. Het leven in Nieuw-Guinea kwam redelijk overeen met wat ik in de jongensboeken had gelezen. Toen we aankwamen stond het huis voor ons klaar. Ook andere collega’s gingen samen met hun vrouw op uitzending. We woonden fantastisch en keken uit over een baai. In het midden van de baai lag een klein eilandje waar ongeveer dertig Papoea’s woonden. ‘s Nachts gingen ze vissen en met kleine lichtjes dreven ze op het water. Vanaf ons huis was het de meest romantische plek op aarde.
We wisten van tevoren vrij weinig ver de Papoea’s. In de boeken die ik had gelezen stond niets over hen. In die jaren heb ik ze echt goed leren kennen. Het zijn hele aangename mensen. Ze waren leergierig en heel betrouwbaar. Ook zijn ze heel goed in het lezen en volgen van sporen in het oerwoud. Hun ouders leefden vaak nog heel primitief, maar de mannen die wij moesten opleiden hadden minimaal twee jaar lagere school genoten. Wij leerden ze Nederlands en de Nederlandse militairen leerden op hun beurt Maleis.
Door druk van andere landen, onder anderen de Verenigde Staten, moesten we in 1962 Nieuw-Guinea overdragen aan de Verenigde Naties. Die droegen het gebied vervolgens in 1963 over aan de Indonesiërs. Ik schaam me nog steeds diep dat we hen zomaar achtergelaten hebben. Het voelt alsof ik hen in de steek heb gelaten. Na mijn pensioen ben ik samen met mijn vrouw naar Australië geëmigreerd. Van 1986 tot en met het jaar 2000 hebben we daar gewoond en vanaf daar mooie reizen gemaakt naar Bali, Maleisië en eilanden in de Pacific.
We zijn alleen nooit meer teruggegaan naar de Papoea’s. Collega’s uit die tijd zijn nog wel naar de plek gegaan. Ze lieten me weten dat het niet meer hetzelfde is en dat het vooral niet goed was voor de Papoea’s. Ik vind het vreselijk om te horen en ik word er erg droevig van. Het lot van de Papoea’s gaat me na al die jaren nog steeds aan het hart.”
Theo van Hees miste na al die jaren in Australië de diversiteit van Europa en vooral de wisseling van de seizoenen. Om die reden wonen hij en zijn vrouw sinds 2000 weer in Drenthe.
Het verhaal van Theo van Hees is in stripvorm getekend door Aimee de Jongh. Deze week vertelt Theo zijn hele verhaal op het blog van Veteranendag.